Bijbelstudie van Openbaring 2-10
Openbaring 2 en 3: De Zeven Gemeentes
Efeze Smyrna Pergamum Thyatira Sardes Filadelfia Laodicea
Introductie van Openbaring
De eindtijd behandelt Openbaring 4 tot en met 19, welke de periode beschrijft na de eerste Wederkomst van Christus (volgens mijn persoonlijk inzicht) en de Gemeente (alle wederomgeborenen die een leven leefden onder controle van de Heilige Geest) is weggenomen van de aarde. Achtergebleven zijn allen, die Jezus Christus niet als hun persoonlijke Verlosser hebben aangenomen en alle heidenen en ongelovigen.
Voor een impressie, zie de video "Als een dief in de nacht". Helaas is de kwaliteit van deze video niet zo best, aangezien de video reeds 25 jaar oud is.
Degenen, die achtergebleven zijn, zullen gedwongen worden door de aardse machten om een keuze te maken voor God óf tegen God, dus voor de wereldse machten en satan. De tijd die aanbreekt na de eerste Wederkomst van Christus zal beslist geen pretje zijn, noch voor degenen die vóór God kiezen (zij zullen vervolgd worden door de aardse machten en satan, de Heilige Geest die in de gelovigen wonen is immers ook van de aarde weggenomen en dientengevolge heeft satan en de zijnen de vrije hand), noch voor degenen die tegen God kiezen, omdat zij de toorn van God zullen ervaren.
Aan Johannes is door God geopenbaard wat er in deze periode zal gaan gebeuren. Aangezien dit een openbaring van God is en vastgelegd in Gods Woord, de Bijbel, kunnen we er zeker van zijn dat deze dingen zullen geschieden. Sommige dingen zullen ons onwaarschijnlijk doen voorkomen, toch mogen wij ons er niet over verwonderen. Voor de schepping hebben er ook ongelofelijke creaturen, zoals dinosaurussen, geleefd.
Aangezien wij nu dichtbij de Wederkomst van Christus leven, is het een en ander makkelijker verklaarbaar, dan in de tijd van Johannes. Johannes heeft de dingen dan ook met zijn kennis en beelden beschrijven, sommige daarvan zal ik trachten te vertalen naar de huidige stand van kennis en huidige wetenschap. Daarbij wil ik mijzelf geenszins recht rekenen dat ik de juiste interpretatie geef, alleen degenen die achterblijven en in deze vreselijke periode zullen leven, zullen ervaren wat in de Bijbel beschreven staat.
Het is een ernstige waarschuwing voor degenen die de Here Jezus Christus nog niet als hun persoonlijke Verlosser hebben aangenomen, wat hun te wachten staat als zij achterblijven op aarde.
Voor degene, die meer over de details van openbaring willen weten, zie A Commentary on the Revelation, ISBN 0-8028-3405-1.
De zeven brieven aan de 7 gemeenten
Zijn letterlijk geadresseerd aan deze zeven gemeentes: Johannes (apostel van de Here Jezus Christus) heeft deze zeven brieven geïnspireerd door de Heilige Geest aan deze zeven gemeentes geschreven en gezonden.
Daar deze brieven in de Bijbel zijn opgenomen, kunnen we niet zeggen dat de brieven alleen maar bestemd zijn voor deze gemeentes uit de oudheid, waarvan sommige niet meer bestaan. In sommige commentaren op de Bijbel zie je als uitleg dat elke gemeente staat voor een kerk (orthodoxe, R.K. etc.). Maar waarom zouden we. Waarom niet betrekken op de levensfase van elke gelovigen ? Gedurende het leven van een gelovige ontstaan allerlei situatie, keer op keer verslapt de christen. Ik denk dat we ons jaarlijks kunnen toetsen aan deze zeven brieven waar de gelovige staat.
Efeze (Openbaring 2:1-7)
Schrijf aan de engel der gemeente te Efeze:
Dit zeg Hij (Jezus), die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt, die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt: Ik weet uw werken en inspanningen en uw volharding en dat u de kwaden niet kunt verdragen en hen op de proef gesteld hebt, die zeggen, dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat u hen leugenaars hebt bevonden; en u hebt volharding en hebt verdragen om Mijns Naam wil en u bent niet moede geworden. Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde verzaakt hebt.Gedenk dan, van welke hoogte u gevallen bent en bekeer en doe weer uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien u u niet bekeert. Doch dit hebt u, dat u de werken der Nicolaïeten haat, die ook Ik haat.
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is.
Wat betekent dit ?
impressie van de tempel van Artemis en godin Artemis
Efeze was een vooraanstaande stad in Azië en huisveste de meest belangrijke kerk uit de provincie. Efeze was de belangrijkste zeehaven van Klein Azië en het was ook een religieus centrum. Het huisveste de moederlijke godheid, die geïdentificeerd werd met de Griekse Artemis. Aan deze godheid was een enorme tempel gewijd, die bekend stond als een van de wonders uit de oudheid. Deze tempel werd later ook de plaats van aanbidding voor de godheid van Rome en de Romeinse keizer. Efeze was bekend om zijn bijgelovige praktijken en wereldberoemd om zijn magische krachten.
De apostel Paulus had in Efeze twee jaar lang het evangelie gebracht, en na Paulus' dood, had Johannes het werk voortgezet.
Eerst komt een lofprijzing: Ik weet van uw werken, inspanningen en volharding .....
In Efeze waren vele valse profeten die zich als apostelen voordeden, die in feite een valse leer verkondigden. Johannes prees de christelijke gemeente in Efeze voor hun volharding om tegen deze valse profeten in te gaan en geen tolerantie te tonen voor hun valse leer. Helaas had dit wel tot gevolg dat de eerste liefde verzaakt werd.
Johannes herinnert de kerk aan het feit dat ook zij uit het heidendom getrokken waren en ook zij de afgoden aanbaden, alvorens zij tot geloof in Jezus Christus waren gekomen.
Het is vaak een moeilijke situatie om iemand om het rechte pad te houden (te bestraffen om een valse leer te verkondigen) en tegelijkertijd de persoon als mens te blijven liefhebben. Maar bestraffing sluit liefde niet uit.
Voor de hedendaagse christen betekent het je volharding in de Bijbelse leer, en je niet laten meesleuren door de vrijzinnige kerken, mormonen, vrij metselaars, etc. die de leer van de bevrijding door Jezus Christus verloochenen en als iets mythisch verwijzen, iets wat je geestelijk dient te verstaan en niet als een historisch feit wat echt gebeurd is. De christen dient vast te houden aan wat de Bijbel zegt, en tegen deze valse leer en valse meditaties (zoals yoga) in te gaan en te waarschuwen. Maar dit dient in liefde te gebeuren, de gelovige mag niet de valse leraar als mens verstoten (wel uit de kerk zodat hij/zij dat niet de valse leer kan verkondigingen). Met geduld en liefde dienen de gelovigen de valse leraar weer terug te brengen in de zuivere Bijbelse leer.
Ook voor elke gelovige zelf geldt om vast te houden aan wat de Bijbel leert. Vaak hoor je zeggen: "O, maar die regels golden voor die tijd. Dat moet je niet letterlijk, maar geestelijk nemen". Als we Jezus Christus dood en opstanding niet letterlijk nemen, dan kun je een eeuwig leven in de hemel ook niet letterlijk nemen, en waarom geloven we dan (in een leven na de dood) ? Dan heeft bidden ook geen zin, want als is toch geestelijk ?
LES:
Houd vast aan de naaste liefde, maar blijf de valse leer afwijzen en terecht wijzen.
Smyrna (Openbaring 2:8-11)
Schrijf aan de engel der gemeente te Smyrna:
Dit zegt de eerste en de laatste, die dood geweest is en levend geworden: Ik weet uw verdrukking en armoede, hoewel u rijk bent, en de laster van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn, doch het niet zijn, maar een synagoge des satans. Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in het gevangenis werpen,opdat u verzocht wordt, en u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven dekroon des levens.
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeente zegt.
Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden.
Wat betekent dit ?
Smyrna was ook een welvarende zeestad. In rijkdom en welvaart was het in concurrentie met Efeze. Smyrna steunde Rome al lang voordat zij een stad met wereldse macht was geworden en al reeds in 195 B.C. (Voor Christus) had ze al een tempel aan de godheid van Rome gewijd.. In 26 B.C. verwierf zij de eer om de tempel gewijd aan keizer Tiberius te bouwen, welke bevorderde dat zij de eerste stad van Azië werd.
De stad had een aanzienlijke kolonie van Joden die zeer vijandig tegenover de christenen in deze stad stonden. Deze Joden hadden een goede relatie en een belangrijke invloed op de civiele macht. Op een gegeven ogenblik hebben deze Joden tezamen met de heidenen een opstand opgezet tegen de christenen in Smyrna, waarbij de bisschop van de kerk verbrand werd.
Waarschijnlijk plunderden de Joden en de heidenen de bezittingen en huizen van deze christelijke gemeenschap in Smyrna, waardoor zij in economische armoede geraakten. In deze situatie werd het moeilijk om nog het dagelijkse brood te verdienen.
Deze christelijke gemeente lijdt ernstig onder de verdrukking en armoede, maar zij zijn rijk omdat ze Jezus Christus als hun Verlosser hebben aangenomen (Hebreeën 10:34). Ondanks dat zij benauwd zijn vanwege het martelschap en de mogelijke dood door de Joden, zijn zij rijk omdat Christus de dood heeft overwonnen en zij dus de dood niet behoeven te vrezen omdat hun plaats in de Hemel wacht.
Deze Joden, die als Jood geboren waren, en bij ras en religie Jood waren, hadden Jezus als de Messias verworpen, daarom waren zij geen Jood, maar een synagoge des satans.
Ook christenen hebben soms te lijden van hun mede christenen. Kijk maar eens naar de strijd tussen Katholieken en Protestanten in Noord-Ierland. Dit is toch helaas een schande voor het geloof In Jezus Christus, dat gelovigen (?) elkaar zo afslachten en uitmoorden.
Maar ook dichtbij huis, worden de christenen die aan de zuivere Bijbelse leer vasthouden, door een medebroeders die een losbandiger en vrijer leven willen leiden, niet ontzien.
Deze christenen worden gewaarschuwd dat zij niet bang moeten zijn om in de gevangenis te worden geworpen. Ook hedendaagse christenen worden vervolg om hun geloof en in de gevangenis en strafkampen geworpen, en anderen doodgemarteld. Ook hier geldt nog steeds de oproep, wees getrouw tot de dood, want uw beloning wacht in de Hemel.
Pérgamum (Openbaring 2:12-17)
Schrijf aan de engel der gemeente te Pérgamum:
Dit zegt Hij, die het tweesnijdende scherpe zwaard heeft: Ik weet, waar u woont, dáár waar de troon des satans is; en u houdt vast aan Mijn Naam en hebt het geloof in Mij niet verloochend, ook niet in de dagen van Antipas, mijn getuige, mijn getrouwe, die gedood werd bij u, waar de satan woont. Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u daar sommigen hebt, die vasthouden aan de leer van Bileam, die Balak leerde de kinderen Israëls een strik te spannen, dat zij afgoden offers zouden eten en hoereren.Zo hebt ook u sommigen, die op gelijke wijze aan de leer der Nicolaïeten vasthouden. Bekeer u dan; maar zo niet, dan kom Ik spoedig tot u en Ik zal strijd tegen hen voeren met het zwaard mijn monds.
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Wie overwint, hem zal Ik geven van het verborgen manna, en Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam schrijven, die niemand weet, dan die hem ontvangt.
Wat betekent dit ?
Het altaar van Pérgamo werd aan het einde van de XIX eeuw opgegraven, op zijn orginele local, en zijn delen werden naar Berlijn opgestuurd door een archeologische expeditie onder leiding van Carl Humann. De godheid Asclépio
Pérgamum was niet zo commercieel belangrijk als Efeze en Smyrna, maar niettemin een belangrijk politiek en religieus centrum. In 29 B.C. werd een tempel gewijd aan de goddelijke (keizer) Augustus en de godheid van Rome. Waarnemingen vonden plaats om te kijken of men deelnam aan deze aanbidding, en er was een betrouwbaarheidstest aan loyaliteit aan Rome. Weigerde men aan deze aanbidding deel te nemen, dan stond dit gelijk aan hoogverraad. De Acropolis had zeer vele tempels met onder andere een altaar gewijd aan Zeus.
Pérgamum was het centrum van de Ascelius aanbidding, de slangengod van genezing, en befaamd voor zijn college van medische priesters. Dus deze stad was een uitermate moeilijke omgeving voor christenen. Terecht dit was een christelijke gemeente temidden waar de troon van satan staat.
Christenen staan dagelijks bloot aan de vele verleidingen van deze wereld. Soms heeft men geen keus en moet men verplicht deelname aan sociale zakenpartijen, waar het niet zo nauw met de moraal wordt genomen: drinkpartijen, dronkenschap en seksuele losbandigheid en partnerruil. Hier zal de christen een duidelijke lijn dienen te trekken, het is niet verkeerd om een sociale zakenpartij te bezoeken, maar de christen dient duidelijk niet deel te nemen aan enige losbandigheid. De christen dient trouw te blijven aan de Here Jezus Christus !
Uiteindelijk zullen deze ongelovige aan het kortste eind trekken, en zal Christus ten strijde voeren en hun lot is de poel des vuurs, waar het eeuwig geween en tandengeknars zal zijn.
Thyatira (Openbaring 2:18-29)
Schrijf aan de engel der gemeente te Thyatira:
Dit zegt de Zoon Gods, die ogen heeft als een vuurvlam en zijn voeten zijn als koperbrons:
Ik weet uw werken en liefde, en geloof en dienstbetoon, en uw volharding en uw laatste werken, die meer zijn dan de eerste. Maar Ik heb tegen u, dat u de vrouw Izébel laat begaan, die zegt, dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten om te hoereren en afgoden offers te eten. En ik heb haar tijd gegeven om zich te bekeren, maar zij wil zich niet bekeren van haar hoererij. Zie, Ik werp haar op het ziekbed en hen, die met haar overspel bedrijven, breng ik in Grote Verdrukking, indien zij zich niet van haar werken bekeren. En haar kinderen zal Ik de dood doen sterven en alle gemeenten zullen inzien,dat Ik het ben, die nieren en harten doorzoek; en Ik zal u vergelden, een ieder naar uw werken. Doch Ik zeg tot u allen, die voorts te Thyatira zijn, en deze leer niet heeft en die niet, gelijk zij zeggen, de diepten des satans hebt leren kennen: Ik leg u geen andere last op. Maar wat u hebt, houdt dat vast, totdat Ik gekomen ben.
En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld, gelijk ook Ik van Mijn Vader ontvangen heb, en Ik zal hem de morgenster geven.
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Wat betekent dit ?
Thyatira was de minst belangrijke van deze zeven steden in Azië. Het had geen religieus noch politiek centrum, maar dankte zijn belangrijkheid aan de handel. De stad had enige tempels, zonder een sterke keizerlijke aanbidding en staatsverering. Thyatira was bekend om haar handels gildes, welke bekend zijn uit de bewaarde inscripties. Deze handels gildes hielden gemeenschappelijke maaltijden, die waarschijnlijk gewijd waren aan den heidense afgod. Dit veroorzaakte problemen voor de christenen, omdat het onwaarschijnlijk was, dat men handel kon drijven, zonder lid te zijn van deze gildes en deelname aan deze maaltijden. Dit werd gecompliceerd door het feit dat deze maaltijden vaak ontaarde in ongetoomde losbandigheid.
Johannes begint zijn brief aan deze gemeente met lofprijzing. Niet zoals de gemeente in Efeze had zij haar liefde verloren, maar bleef zij volharden in het betoon van liefde. Zij volhardt onder deze moeilijke omgeving om trouw te blijven aan Christus. Helaas is zij wel ten prooi gevallen dat men tolerant is geworden ten aanzien van valse leringen en profeten. Izébel, Achab's koningin, steunde de hoererij (1 Koningen 16:31). Hier in deze gemeente was het waarschijnlijk een vrouw die claimde een profetes te zijn, maar aanzette tot ongoddelijke dingen.
Johannes roept de gemeente op, dat als zij ondanks de liefde die te gemeente aan haar getoond heeft en alle tijd heeft gegeven om zich tot de ware leer te bekeren, haar uit de kerk te werpen. Sommigen uit de gemeente in Thyatira waren haar gevolgd, anderen hadden vastgehouden aan de ware leer. Jezus Christus roept op om vast te houden aan de ware leer en belooft dat wij met Hem zullen regeren over de heidenen.
In deze eeuw, staan de gelovigen aan allerlei verleidingen bloot. Wat is er mis aan wat materialisme, een mooi schitterend huis, boot, meerdere vakanties per jaar, deelname aan feesten en andere genoten van het wereldse leven ?
Wel, van alles want Jezus Christus heeft ons opgeroepen om te delen met de minder bedeelden, aan de hongerige en armen te geven. Waarom zouden de welgestelde christen onder ons in luxe leven, terwijl er nog zovele hongerige broeders en zusters zijn. En de kerk nauwelijks in staat zijn hun kerken te onderhouden, en zendelingen uit te sturen. Waarom de tijd verdoen aan wilde feestpartijen, terwijl er nog zoveel te doen is in de kerk, het bezoeken van zieken, evangelie verkondiging en verzorging en aandacht aan onze dierbaren, kinderen en eega?
Waarom flirten op feestpartijen, echtbreuk, overspel, onreine gedachten en begeertes, terwijl de echtgenoot of echtgenote thuis zit met de kinderen? En heerlijk high worden van de drugs op houseparty's?
Is het dan verwonderlijk dat Gods straf komt en tot het ziekbed veroordeelt en kinderen de dood zullen sterven. Aids heeft zijn intrede gedaan, drugverslaafden liggen (uitgemergeld) op straat en hun kinderen sterven. God waarschuwt genoeg. Nog is het niet te laat om zich te bekeren. Bij Jezus Christus is altijd genade en vergeving mogelijk. Wie een oor heeft hore. Maar wie zich niet bekeert en zich tot de wandel in Gods Geest bekeert, die zal de diepten des satans leren kennen en met de satan veroordeeld worden tot de eeuwige straf: de poel des vuurs.
Sardes (Openbaring 3:1-6)
Schrijf aan de engel der gemeente te Sardes:
Dit zegt Hij, die de zeven Geesten Gods en de zeven sterren heeft: Ik weet uw werken, dat u de naam hebt, dat u leeft, maar u zijt dood. Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God. Bedenk dan, hoe u het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. Indien u dan niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief, en u zult niet weten, op welk uur Ik u zal overvallen.Doch u hebt enkele personen te Sardes, die hun kleren niet hebben bezoedeld, en zij zullen met Mij in witte kleren wandelen, omdat zij het waardig zijn.
Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte kleren; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en Zijn engelen. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Wat betekent dit ?
Sardis was het kruispunt van vele belangrijke Romeinse wegen en een belangrijk industrieel centrum van wol en geverfde materialen. Er staat niets geschreven omtrent enige vervolging door Joden of heidenen. Het probleem van deze gemeente is hun geestelijke apathie: Ik weet uw werken, dat u naam hebt, dat u leeft, maar u zijt dood.
Hier is een beeld van een nominale christen: uiterlijke druk bezig met geestelijke activiteiten, maar zonder innerlijke bewogenheid en gebed. Het is allemaal plichtmatig, echter het hart is er niet bij. Hoe vele christenen gaan niet iedere zondag naar de kerk, gaan op bezoek bij zieken, maar wat gebeurt er thuis. Wordt er gebeden voor de zieken, voor de ongelovige, gaven zij dank voor hun eten en drinken en bezittingen en gezondheid aan God ?
God roept op om wakker te worden, en het goede werk met hart en ziel te doen.
De kerkgang is niet voldoende. Bidt men, lees men zelf de Bijbel, verstaat men wat God in Zijn Woord, de Bijbel, aan jouw persoonlijk wil zeggen. Ben je in afwachting van de komst van de Here Jezus Christus ? Of ben je aan het inslapen? Zo ja, wordt wakker en laat je niet overvallen door de komst des Heren. Want anders zal de Here Jezus Christus komen als een dief in de nacht, en zal je werken verbranden als hout en stro !
Zij echter die in de afwachting van de komst des Heren, hun goede werken met hart en ziel voortzetten en niet verslappen in hun arbeid, hen zal Jezus Christus geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar zij hebben gebouwd met goud, zilver en kostbaar gesteente (1 Corinthiërs 3:11-15).
Filadéfia (Openbaring 3:7-13)
Schrijf aan de engel der gemeente te Filadéfia:
Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, die de sleutel Davids heeft, die opent en niemand zal sluiten, en Hij sluit en niemand opent. Ik weet uw werken: zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven, die niemand kan sluiten; want u hebt kleine kracht, maar u hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend. Zie, Ik geef sommigen uit de synagoge des satans, van hen, die zeggen, dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen en zich nederwerpen voor uw voeten, en erkennen, dat Ik u heb liefgehad. Omdat u hetbevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen. Ik kom spoedig; houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon neme.
Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel Mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam Mijns Gods en de naam van de stad Mijn Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de Hemel neerdaalt van Mijn God, en Mijn nieuwe naam.
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Wat betekent dit ?
Filadéfia steunde de heidense verering van Dionysus. Het grootste gevaar kwam echter niet van de heidenen vandaan, maar van de Joodse gemeenschap in Filadéfia.
Dit is de enige brief, waarbij alleen maar waardering wordt uitgesproken met geen enkele bestraffing. Schijnbaar was dit een kleine gemeente (u hebt kleine kracht), maar zij waren trouw gebleven aan Gods Woord en volharden in Zijn Woord. Deze gemeente is trouw in de verwachting van de komst van de Here Jezus Christus. Is dat niet typisch onze huidige situatie. De gelovigen, die nog in afwachting zijn van de komst des Heren is maar klein in aantal. En de Here bemoedigt deze gelovigen, met de woorden: Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon neme.
Dat is de rijke belofte van Gods Woord, als de gelovige volhardt in de werken des (Heilige) Geest, en in de afwachting van Christus wederkomst, dan hij/zij mogen deelnemen aan het Koninkrijks Gods.
Laodicéa (Openbaring 3:14-22)
Schrijf aan de engel der gemeente te Laodicéa:
Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods: Ik weet uw werken, dat u noch koud zijt, noch heet. Waart u maar koud of heet! Zo dan, omdat u lauw bent en noch heet, noch koud, zal Ik u uit Mijn mond spuwen. Omdat u zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en u weet niet, dat u zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte, raad Ik u aan van Mij te kopen goud, dat in vuur gelouterd is, opdat u die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde; en ogenzalf om uw oogleden tebestrijken, opdat u zien moge. Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u.
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar Mijn stem hoort en de deur opent, ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.
Wie overwint, hem zal Ik geven te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Vader op Zijn troon. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Wat betekent dit ?
Laodicéa lag op het kruispunt van drie belangrijke wegen. Het was een prominent centrum van banken en industrie. De stad was bekend om zijn schitterende wollen kleding en tapijten. Laodicéa had een florerende medische school. De brief maakt geen melding van geen vervolging door de autoriteiten of Joden, of valse lering binnen de kerk. Echter het was een lauwe kerk, het was noch heet, noch koud. Ik vrees dat we dit van de meeste hedendaagse gelovigen mogen zeggen. En het ontbreekt de gelovigen niet aan rijkdom en welvaart.
De christenen geloven wel in Jezus Christus als hun Verlosser, maar hebben Hem niet gevonden als Heer. Zij leiden hun eigen (wereldse) leven, hebben geen gebrek aan iets, en het is nauwelijks merkbaar dat zij christen zijn. Zij luisteren trouw naar de Bijbelse boodschap in de kerk, bidden en danken voor het eten. Maar bij hen ontbreekt de warmte om het evangelie uit te dragen, of in de Geest te leven.
Deze gemeente wordt opgeroepen om heet te worden. Zo niet, dan zullen ze merken dat ze eigenlijk ellendig zijn, arm, blind en naakt. Blind voor wat zij voor Jezus Christus hadden kunnen betekenen en hoe ze een hemelse beloningen hadden kunnen opbouwen. Arm en naakt, omdat hun werken als hout en stro zullen verbranden (1 Corinthiërs 3:11-15).
Maar het is nog niet te laat ! Zie Christus staat aan de deur en klopt. Christus vraagt om je hart te openen en vurig voor Hem te worden in de werken van de Geest (Galaten 5:22) en te bouwen met goud, zilver en kostbaar gesteente (1 Corinthiërs 3:11-15).
Bron Foto's: TEAR fund |
Want een ieder zie toe, dat hij op het fundament bouwt. Want een ander fundament, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat Hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop heeft gebouwd, standhoudt dan zal hij loon ontvangen. Maar als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hijzelf wordt gered als door het vuur heen.
Maar de VRUCHT VAN DE (Heilige) GEEST is:
- Liefde
- Blijdschap
- Vrede
- Lankmoedigheid
- Vriendelijkheid
- Goedheid
- Trouw
- Zachtmoedigheid
- Zelfbeheersing.
Openbaring 4 De 24 oudsten
Na deze dingen zag ik (Johannes), en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zei: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. Terstond kwam ik in vervoering des geestes en zie, er stond een troon in de hemel en iemand was op die troon gezeten. En die erop gezeten was, was van aanzien de diamant en sardius gelijk; en een regenboog was rondom de troon, van aanzien de smaragd gelijk. En rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op die tronen waren vierentwintig oudsten gezeten, in witte klederen gekleed en met gouden kronen op hun hoofden. En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven geesten Gods. En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt. En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheden leeft, zullen de vierentwintig oudsten zich neerwerpen voor Hem, die op de troon gezeten is en Hem aanbidden, die tot in alle eeuwigheden leeft, en zij zullen hun kronen voor de troon werpen, zeggende: U, onze Here en God, bent waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want U hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen.
Wat betekent dit ?
Aan Johannes, één der 12 apostelen, werd getoond wat er gaat gebeuren in de eindtijd. Dit geschiedde in een vervoering des geestes van Johannes. Ik denk dat we dit kunnen uitleggen als een status van trans die door de Heilige Geest werd bewerkstelligd. In deze trans (geestes vervoering) wordt aan Johannes getoond wat er gaat gebeuren. Dat is een vaststaand feit, aangezien het door God Zelf is geopenbaard, nu alleen aan Johannes, maar Johannes heeft het vastgelegd en daarmee is het openbaar aan een ieder die er kennis van wil nemen.
Gezien het een geschrift is van de Heilige Geest, kan slechts de gelovige die ernstig Gods Wil hierin zoekt, het ook tenvolle begrijpen.
Iemand was op die troon gezeten; en een regenboog was rondom de troon. Vanuit Ezechiël 1:28 "Zoals de aanblik is van de boog, die in de regentijd in de wolken verschijnt, zo was de aanblik van die omhullende glans. Aldus was het voorkomen van de verschijning van de heerlijkheid des Heren." kunnen we er vanuit gaan dat met "Iemand op de troon gezeten" bedoeld wordt de Here God.
Dit wordt bevestigd in de laatste verzen van Openbaring 4: de 24 oudsten werpen zich neer voor de troon en aanbidden Hem, zeggende: U, onze Here en God, want u hebt alles geschapen.
Wie met de 24 oudsten wordt bedoeld, daar geeft de Bijbel geen duidelijkheid over. Kijken we in 1 Koningen 22:19 "Ik (Micha) zag de Here op Zijn troon zitten, terwijl het ganse heer des hemels aan Zijn rechterhand en aan Zijn linkerhand stond" en in 22:21"Toen trad er een geest naar voren" zou het kunnen betekenen dat dit engelen zijn met een toegewijde functie. Dit wordt versterkt uit het feit dat in Johannes 20:12 staat: "en zij (Maria) zag twee engelen zitten, in witte klederen", deze 24 oudsten waren gekleed in witte klederen.
Een andere mogelijke verklaring is dat het een afbeelding is van de Israëlieten (de 12 stammen Israëls) en de Gemeente (de 12 apostelen). De 12 stammen en 12 apostelen zijn dan de 24 oudsten. Ofterwel alle gelovigen uit de besnijdenis en alle nieuwtestamentische gelovigen die Jezus Christus hebben aangenomen. Immers alle gelovige doden zijn opgewekt en samen met de gelovige levenden opgevoerd naar de Hemel (1 Thess. 4:13-17).
De 7 geesten Gods zijn engelen, zoals beschreven in Ezechiël 1:5-14.
Dit hoofdstuk geeft een duidelijk beeld van de macht (bliksemstralen en donderslagen) en schoonheid (een zee als kristal) van de hemel, waar de Here God woont. Tegelijkertijd wordt een blik gegund, wie er in de hemel wonen, namelijk de engelen (inclusief hun uiterlijk) en hun functie: het aanbidden en lofprijzen van de Here God.
Dit mag de gelovige te denken geven, wanneer hij/zij in gebed tot God de Vader nadert. Gods engelen zijn heilig en zonder zonde, in deze hoedanigheid mogen zij in de nabijheid van God vertoeven en zij aanbidden God. De gelovige kan als zondaar slechts tot God de Vader naderen, nadat hij / zij gereinigd is door het bloed van de Here Jezus Christus en de zonden beleden is. Ook de gelovige heeft de plicht God te aanbidden en lof te geven.
Ooit zal de gelovige tot deze heerlijkheid mogen ingaan, nadat hij/zij bij de Wederkomst van Christus een nieuw onvergankelijk lichaam heeft ontvangen. Ondertussen terwijl de gelovige op aarde verkeerd, laat hem/zij niet de heiligheid van God vergeten. er staat immers: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt. Driemaal staat het woord heilig, gedenk hieraan wanneer u tot God nadert. De 24 oudsten wierpen zich neer, hoe komt u tot God? Knielt in neer op uw knieën als u in gebed tot God gaat. Hoe gaat u gekleed (naar de kerk, bidstond) u uw alledaagse kleren, of gaat u waardig gekleed om uw Heilige God te ontmoeten?
Openbaring 5 De verzegelde boekrol met 7 zegels
En ik zag in de rechterhand van Hem, die op de troon zat, een boekrol, beschreven van binnen en van buiten, welverzegeld met zeven zegels. En ik zag een sterke engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde kon de boekrol openen of haar inzien. En ik weende zeer, omdat niemand waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien. En een uit de oudsten zei tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen. En ik zag in het midden van de troon en van de vier dieren en te midden der oudsten een lam staan, als geslacht, met zeven horens en zeven ogen; dit zijn de zeven geesten Gods, uitgezonden over de gehele aarde. En het kwam en heeft de rol aangenomen uit de rechterhand van Hem, die op de troon gezeten was. En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen. En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: U bent waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want U bent geslacht en U hebt hen voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en U hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, zeggende met luider stem: Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte, en de eer en de heerlijkheid en de lof. En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden. En de vier dieren zeiden: Amen. En de oudsten wierpen zich neder en aanbaden.
Wat betekent dit ?
De leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, is zondermeer de Here Jezus die geboren is uit de stam Juda, uit koning David (zie geslachtsregister van Jezus Christus in Mattheüs 1:1-17). De Here Jezus Christus is de Enige, Die gerechtigd is om de boekrol te openen.
De Here Jezus wordt ook voorgesteld als het geslachte Lam aan het kruis van Golgotha (1 Corinthiërs 5:7 "Want ook ons paaslam is geslacht: Christus").
De oudsten, de dieren en de zeven geesten Gods kwamen we reeds tegen in Openbaring 4.
Een nieuw lied wordt in de hemel gezongen: U bent geslacht en U hebt hen voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en U hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. Zondermeer moge duidelijk zijn dat met "U" de Here Jezus Christus wordt bedoeld, die gestorven (geslacht) is aan het Kruis van Golgotha en Die de gelovigen met Zijn bloed heeft gekocht. De gelovigen komen uit alle stammen van Israël, alle talen, alle volken en alle naties op de aarde. De gelovige is gemaakt tot een priester (Openbaring 1:6 en Hij heeft ons (gelovigen) tot een koninkrijk, tot priesters voor Zijn God en Vader gemaakt). Hier wordt tevens medegedeeld dat de gelovigen als koningen op aarde zullen heersen (wat herhaald wordt in Openbaring 20:4).
Hun getal was tienduizenden tienduizendtallen (100 miljoen) en duizenden duizendtallen (1 miljoen), een getal wat reeds eerder in de Bijbel genoemd is, namelijk in Daniël 7:9-10. Het getal 101 miljoen geeft een redelijke indruk van hoeveel engelen er aanwezig zijn om de Here Jezus Christus te aanbidden. Kunt u zich voorstellen dat een menigte van 101 miljoen met luider stem de Here Jezus Christus aanbidt? Wat een geluid zal dat voortbrengen. Ja, inderdaad: Het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid. Amen!
Het geeft tevens een indruk van de menigte engelen die er rondom de aarde aanwezig kunnen zijn om de gelovigen te beschermen tegen het kwade, satan en de zijnen.
Laten wij, als gelovigen, daarom niet vergeten wat een macht de Here God heeft. Een hemel die zovelen kan herbergen, dat is Gods Schepping en Gods Macht. God is het Die de satan en de zijnen zal overwinnen, en Hij is het Die nu reeds middels de Heilige Geest, Die in de gelovige woont, over de aarde regeert. Daarom laat de Heilige Geest, Zijn werk in je doen, omdat de werken van de Geest zichtbaar worden en God reeds nu over de aarde kan regeren en het boze (satan en de zijnen) kan weerhouden, omdat nog zeer vele mensen Jezus Christus als hun persoonlijke Verlosser mogen leren kennen en gered zullen worden voor de eeuwigheid en ook zij bij deze heerscharen zullen horen, die het Lam, de Here Jezus Christus, zullen mogen aanbidden.
En mocht je nog niet Jezus Christus hebben aangenomen als jouw persoonlijke Verlosser, S T E L H E T N I E T U I T !
Straks is het te laat, dan heeft de Here Jezus Christus Zijn Gemeente opgenomen in de lucht en ben je achtergebleven op de aarde en zul je moeten kiezen voor of tegen God in de eindtijd. Maar dan zal er geen plaats meer zijn voor je in de hemel. De hemel is alleen bereid voor degenen die Jezus Christus als hun persoonlijke Verlosser hebben aangenomen. Kies je voor God in de eindtijd, dan mag je op de nieuwe aarde leven en zul je niet in de poel des vuurs geworpen worden. Echter kiezen voor God in de eindtijd zal zeer moeilijk zijn en het zal nog moeilijker zijn om te volharden tot het einde. Velen zullen bezwijken en uiteindelijk voor de aardse machten kiezen om aan hun martelingen en pijnigingen te ontkomen. Vanaf dat ogenblik heb je tegen God gekozen en is je bestemming de poel des vuurs geworden.
Daarom stel je beslissing niet uit en kies voor de Here Jezus Christus, Die als een dief in de nacht komt (echter nu spoedig), waarvan niemand het ure kent dat de Here komt. Maar ook een ziekte, hartaanval of ongeval kan jouw beslissing te laat maken. Daarom, stel het niet uit, voor je eigen bestwil. Vraag de Here Jezus Christus in je hart te komen en Hem je te laten zien hoe je tot Hem kunt komen. Hij is getrouw, Hij wil naar je luisteren en je helpen tot geloof te komen.
Maar die eerste stap ligt bij JOU !
Terwijl ik (Daniël) bleef toekijken, werden tronen opgesteld, en een Oude van dage zette Zich neer; Zijn kleed was wit als sneeuw en Zijn hoofdhaar blank als wol, Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de raderen daarvan uit laaiend vuur; en een stroom van vuur welde op en vloeide voor Hem uit; duizendmaal duizenden dienden hem en tienduizend maal tienduizenden stonden voor Hem.
Openbaring 6 De eerste zes zegels
En ik zag, toen het Lam een van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom! En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen. En toen Hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom! En een tweede, een rossig paard, kwam, en hem, die erop zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en dat zij elkaar zouden slachten, en hem werd een groot zwaard gegeven. En toen Hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom! En ik zag, en zie, een zwart paard, en die erop zat had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde als een stem te midden van de vier dieren zeggen: Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling; en breng geen schade toe aan de olie en de wijn. En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom! En ik zag, en zie, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood, en het dodenrijk volgde achter hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde. En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden. En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden evenals zij. En ik zag, toen Hij het zesde zegel opende, en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgenboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt. En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold, en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt. En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?
Wat betekent dit ?
De paarden (wit, rossig of rood, zwart en vaal of gevlekt) vinden we terug in het Oude Testament, geopenbaard aan Zacharia (Zacharia 1 en Zacharia 6). Het is duidelijk dat hier de toorn van God over de aarde wordt uitgestort en verderf op de aarde gaat brengen.
Gezien het feit dat zowel in het Oude als het Nieuwe Testament gesproken wordt over paarden, we kunnen dit gerust letterlijk nemen. De Kerstman zien wij met zijn arrenslee rijden door de lucht. God is zo almachtig dat Hij best in staat is om paarden door de lucht te laten rijden, ook al gaat dit ons verstand te boven. Maar we mogen niet vergeten dat God de Schepper is. Hij heeft alle levende wezen hier op aarde geschapen en deze paarden komen niet van de aarde, maar vanuit de hemel.
Het eerste witte paard komt om verderf te brengen met pijl en boog. Deze eerste ruiter verwijst mogelijk naar de Antichrist, die de autoriteit gegeven zal worden en iedereen zal overwinnen die zich tegen hem verzet. De Antichrist is de valse imitator van de ware Christus, die ook zal terugkeren op een wit paard (Openbaring 19:11-16).
Gevolgd door het tweede rossig paard dat bewerkt dat de mensen niet meer in vrede met elkaar kunnen leven en elkaar beginnen te vermoorden.
Is dit zo ondenkbaar ? Waarschijnlijk niet. Een van de grootste zorgen in de huidige maatschappij is de enorme afhankelijkheid van elektriciteit en computers. Almere was een stad waar stroomstoringen van twaalf uur optraden. De stad en provincie São Paulo had een stroomstoring van meer dan 3 dagen, meer dan 25 miljoen mensen zaten zonder stroom. De gevolgen waren groots: Winkels moesten sluiten, omdat de elektronische kassa`s niet meer werkten, roltrappen niet meer werkten en er geen verlichting was. Koelkasten en vriezers ontdooiden. De stoplichten werkten niet meer, met als gevolg een verkeerschaos. Alarminstallaties werkten niet, dus de inbraken stegen. Huizen zaten in het donker, er kon geen eten gekookt worden en baby's konden niet gevoed worden, omdat de flessenmelk niet verwarmd kon worden. Geen telefoons, geen computers, geen communicatie. Dus als in een groot gebied, de elektriciteits-centrales uitvallen voor maanden, zal de chaos zeer groot zijn.
In Amerika zijn miljoenen mensen bedreigd geweest in 24 staten, toen door een software fout, een brand in een chemische fabriek niet werd ontdekt. En deze kleine brand breidde zich snel uit, en toen pas door mensen werd ontdekt en de brandweer ingeschakeld kon worden. De brand was reeds zo heftig toen de brandweer in dit late stadium arriveerde dat het gehele complex in brand stond.
Als reeds door menselijke fouten en computerstoringen, zulke schade kan aanrichten, laat staan dat een almachtig God, de vrede op aarde kan verstoren.
Mensen zijn egoïstisch, denken op de eerste plaats aan zichzelf. Gevolg in tijden van ellende, denkt de mens eerst aan zichzelf, wil eten voor zichzelf. Gevolg moorden en oorlogen. De vrede is weg.
Het derde zwarte paard start het begin van armoede, tengevolge van de oorlogen?. In Johannes' tijd, was een shelling ongeveer een dagloon. En een maat tarwe was wat een gezin per dag at. Onder deze omstandigheden als het vierde paard uittrek, worden de prijzen van het dagelijkse voedsel (prijzen van brood, rijst) zo hoog, dat er geen geld overblijft voor kleding en andere dingen. Dit is waarschijnlijk het gevolg van voedsel schaarste, want er wordt geen schade toegebracht aan de olie en de wijn. De olie blijft aanwezig om het brood (in Johannes' tijd) te kunnen bakken (onze tegenwoordige boter) en de wijn als drank.
Het vierde vale paard, brengt een nog veel ergere tijd: een vierde van de mensen op de aarde zullen sterven tengevolge van honger, de zwarte dood (pest of een nieuwe ziekte ?) en wilde dieren (zie Ezechiël 14:12-22).
Wie zijn deze zielen onder het altaar, toen het vijfde zegel geopend werd. We komen ze niet verder tegen in de Bijbel of in Openbaring. Daarom dienen we de betekenis ervan dienen te zoeken in vers 9 en vers 11. Vers 9 zeg dat zij geslacht waren om het woord van God. Aannemelijk is dat dit de mensen zijn die op aarde zijn achtergebleven na de Wederkomst van Christus, en niet bezweken zijn voor de aardse machten, en getuigenis van Gods Woord, de Bijbel, hebben gegeven en zij door de aardse machten hiervoor opgepakt en gedood zijn. Vers 11 geeft aan dat er nog steeds getuigen van God op de aarde zijn, en dat zij die onder het altaar zijn nog geduld moeten hebben, totdat ook degenen die nog op aarde van God getuigen gedood zijn door de aardse machten (hun getal vol zou zijn).
Dit betekent dat degenen, die achterbleven, en de Here Jezus Christus niet als hun persoonlijke Verlosser hebben aangenomen, maar wel naar de kerk gingen (en door vrijzinnige predikanten die Jezus als mythe predikten) en zij die wel Bijbel kennis hadden, maar nimmer toch een persoonlijke aanvaarding van Jezus Christus als hun Verlosser zijn gekomen, waarschijnlijk van God zullen gaan getuigen. Gezien God niet meer aanwezig is (door de Heilige Geest die in de gelovigen woont en de gelovigen tegen de aardse machten (wetten tegen God) bidden), is er niets meer wat de aardse machten (onder leiding van satan en de zijnen) zal stoppen om degenen die vóór God kiezen, te doden. Dit zal een zeer grote beproeving zijn voor degenen die trouw blijven aan God, want de Bijbel spreekt hier duidelijk dat zij allen gedood zullen worden. Het is dan kiezen voor de aardse machten, óf de dood en vóór God kiezen. Dan zal geen makkelijk beslissing zijn !!!
Andere verklaren dat degenen in vers 9-11 de martelaren zijn die op de brandstapel gestorven zijn, gemarteld zijn in de gevangenissen (bijvoorbeeld in Rusland en China), vergiftigd zijn om hun geloof in Jezus, enzovoort in de periode vanaf de Hemelvaart. Zij verwijzen hierbij naar de altaren in de Tabernakel en Tempel, waarbij het offer een welgevallige reuk was voor God. Persoonlijk kan ik niet achter deze verklaring staan, want de doden (dus ook deze martelaren) en levenden in de Here Jezus Christus zijn reeds opgenomen naar de Hemel bij de (eerste) Komst van Christus en aanbidden in de Hemel, zoals we reeds lazen in Openbaring 4. Met de aantekening dat slechts zij die een leven onder controle van de Heilige Geest leefden, worden opgenomen bij de eerste Wederkomst van Christus. Daarom moeten het de martelaren zijn, die om hun geloof in Jezus Christus in de Grote Verdrukking op aarde door de Anti-Christ vervolgd, gemarteld en gedood worden.
Het zesde zegel: Een grote aardbeving en de zon werd zwart en de maan als bloed. En de sterren vielen op de aarde. Symbolisch, waarschijnlijk niet. We kennen de gevaren van grote meteorieten. Bekend zijn tegenwoordig de grote gebieden waardoor een aardbeving hele steden kunnen verdwijnen, zoals Los Angeles en Tokio. Dus is het niet verwonderlijk als door een aardbeving alle berg en eiland van zijn plaats gerukt worden.
In een documentaire over de Grand Canyon in Amerika werd getoond de vele aardbreuken en vulkanen, die er in dit gebied zijn. Evenals de gevolgen van de uitbarstingen in het verleden, de verwachting is dat dit binnen 100 jaar weer staat te gebeuren. In principe kan het zijn dat geheel Noord-Amerika (maar net zo goed Noord en Zuid Amerika) vernietigd wordt en de gehele bevolking verstikt door de zwavel en as. Dat zou verklaren waarom Israël geen hulp meer ontvangt in de Grote Verdrukking, omdat Amerika dan verwoest is.
Vanaf de aarde gezien, zien we vaak genoeg een rode zon, of een rode maan. Allerlei natuurlijke verschijnselen kunnen veroorzaken dat we de zon als zwart zien en de maan als bloed (rood). Denk maar aan de vulkaan uitbarstingen, die de lucht met as vervuilen en de zon zwart doen lijken, of de enorme bosbranden (door mensen aangestoken) in Indonesië, die de lucht vervuilde en de hemel zwart maakte. En denk maar eens aan de uitsterving van de dinosaurussen.
Sterren vielen op aarde. Als een komeet (bedreiging in 2007, komeet van circa 200 km doorsnede) of een meteoriet door de dampkring gaat, wordt deze gezien als een ster, hel licht afgevend vanwege zijn verbranding met een heldere staart. En wat te denken van de vele satellieten die rondom de aarde gaan, als deze door een storing allen op de aarde beginnen te vallen, zullen ook zij verbranden en schade aan de aarde toebrengen. De satellieten worden steeds groter en wat te denken wat een ruimtestation wat uit de ruimte valt !
Johannes zag de sterren van de hemel vallen. We denken dat een meteorieten regen, satellieten uit de ruimte vallen, heel goed mogelijk is en voldoet aan de beschrijving van wat Johannes zag.
Een ding is een feit, deze dingen zullen gebeuren in de eindtijd. Wat de echte feiten zijn, kunnen we alleen maar gissen. Met de huidige kennis en wetenschap kunnen we steeds beter een mogelijke verklaring geven en wordt het realiteit, dat de dingen die Johannes zag, ook werkelijk kunnen gebeuren. Hoe lang het nog duurt, voordat deze dingen gaan gebeuren, alleen God weet het. Echter gezien we in staat zijn deze dingen te verklaren, is het duidelijk dat we heel dicht bij deze toekomst leven. Eén jaar of tientallen jaren er vandaan? Alleen God weet het.
Daarom is het belangrijk je keuze voor de Here Jezus Christus niet uit te stellen, tenzij je bewust kiest om deze tijd van Gods toorn en grote rampen mee te maken.
Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zei: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. Terstond kwam ik in vervoering des geestes en zie, er stond een troon in de hemel en iemand was op die troon gezeten. En die erop gezeten was, was van aanzien de diamant en sardius gelijk; en een regenboog was rondom de troon, van aanzien de smaragd gelijk. En rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op die tronen waren vierentwintig oudsten gezeten, in witte klederen gekleed en met gouden kronen op hun hoofden. En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven geesten Gods. En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt. En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheden leeft, zullen de vierentwintig oudsten zich neerwerpen voor Hem, die op de troon gezeten is en Hem aanbidden, die tot in alle eeuwigheden leeft, en zij zullen hun kronen voor de troon werpen, zeggende: U, onze Here en God, bent waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen.
Wederom sloeg ik mijn ogen op, ik zag toe en zie, daar kwamen vier wagens naar voren tussen twee bergen. Die bergen nu waren van koper. Voor de eerste wagen stonden rode paarden, voor de tweede zwarte, voor de derde witte en voor de vierde gevlekte; sterke paarden. Ik nam het woord en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? De engel gaf mij ten antwoord: Deze gaan uit naar de vier windstreken des hemels, van hun standplaats bij de Here der ganse aarde. Die met de zwarte paarden gaat uit naar het Noorderland, de witte gaan uit, hen achterna, en de gevlekte gaan naar het Zuiderland. De sterke paarden kwamen opzetten; zij verlangden weg te gaan om de aarde te doorkruisen, en hij zei: Gaat heen, doorkruist de aarde. Toen doorkruisten zij de aarde. Hierop riep hij mij toe en sprak tot mij: Zie, die uitgegaan zijn naar het Noorderland brengen mijn Geest in het Noorderland tot rust. Het woord des Heren kwam tot mij: Neem gaven van de weggevoerden, van | Cheldai, van Tobia en van Jedaja, en u, kom nog heden, kom in het huis van Josia, de zoon van Sefanja, waar zij, uit Babel komende, hun intrek genomen hebben. Neem dan zilver en goud en maak een kroon en zet die op het hoofd van de hogepriester Jozua, de zoon van Josadak, en zeg tot hem: Zo zegt de Here der heerscharen: zie, een man, wiens naam is Spruit. Deze zal uit zijn plaats uitspruiten en hij zal de tempel des Heren bouwen. Ja, Hij zal de tempel des Heren bouwen en hij zal met majesteit bekleed zijn en als heerser zitten op zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn troon; heilzaam overleg zal er tussen hen beiden zijn. En de kroon zal tot gedachtenis aan Chelem, Tobia, Jedaja en Chen, de zoon van Sefanja, in de tempel des Heren blijven. Die verre zijn, zullen aan de tempel des Heren komen bouwen en u zult weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden, indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God. |
Ezechiël 14:12-22
Het woord des Heren kwam tot mij: Mensenkind, wanneer een land tegen Mij gezondigd heeft door ontrouw te worden, en Ik mijn hand daartegen uitstrek, het de staf des broods verbreek en er hongersnood zend en daar mens en dier uitroei, en er zouden daar deze drie mannen zijn: Noach, Daniël en Job, dan zouden dezen door hun gerechtigheid slechts zichzelf redden, luidt het woord van de Here Here. Wanneer Ik wilde dieren in het land doe omzwerven, die het van kinderen beroven, en het tot een woestenij wordt, zodat niemand erdoorheen trekt vanwege het wildgedierte, en die drie mannen zouden daar zijn; zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, zij zouden zonen noch dochters redden. Zijzelf alleen zouden gered worden, maar het land zou een | woestenij worden. Of ik breng het zwaard over het land en zeg: Zwaard, gij zult in het land rondtrekken; en Ik roei daar mens en dier uit, en die drie mannen zouden daar zijn; zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, zij zouden zonen noch dochters redden. Zijzelf alleen zouden gered worden. Of Ik zend de pest in het land en stort er mijn grimmigheid bloedig over uit om daar mens en dier uit te roeien, en Noach, Daniël en Job waren daar; zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, zij zouden zoon noch dochter redden. Zij zouden door hun gerechtigheid alleen zichzelf redden. Maar zo zegt de Here Here: En toch, al zend Ik ook mijn vier zware gerichten, het zwaard, de honger, het wild gedierte en de pest, naar Jeruzalem om daar mens en dier uit te roeien. |
De dinosaurussen werden 65 miljoen jaar geleden in één klap uitgeroeid door een meteoriet inslag. Is daar bewijs voor? Ja, Bij Spookranch zijn tenminste 1000 skeletten gevonden, die in één klap gedood zijn. De paleontologen stonden voor een raadsel. Wat kon hiervan de oorzaak zijn, want de fossielen toonden:
- Botten die nog heel waren en niet aangevreten door roofdieren
- De skeletten wijzen op één dramatische gebeurtenis
- De skeletten wijzen erop dat ze levend waren begraven
- Mannelijke, vrouwelijke en jonge ceolophysis (dinosaurussen) skeletten werden gevonden
- De gebeurtenis moest zo'n 65 miljoen jaar geleden hebben plaats gevonden.
Conclusie: De ramp moest een natuurramp, overstroming, vulkaanuitbarsting of meteoriet inslag zijn. Wereldwijd leverde de gevonden skeletten een uitroeiing gedurende 65 miljoen jaar gelden, dus de ramp moest zo groot zijn, dat het de gehele aarde had getroffen.
Een antwoord kwam uit Ludlow in Colorado, uit de KT-laag (de periode tussen de Krijt en Tertiair tijdperk, 65 miljoen jaar geleden). De KT-laag over de gehele wereld vertellen hetzelfde verhaal, onder deze laag liggen de skeletten van dinosaurussen en andere dieren, boven deze laag vindt men geen skeletten.
In deze KT-laag wordt een 1000 maal hoger dan gewoonlijk gehalte aan Iridium gevonden. De vraag rees, waar komt dit vandaan? Want in de aardse rotsen komt het nauwelijks voor. Echter bij gevonden brokstukken uit de ruimte komt dit hoge gehalte voor.
De conclusie lag voor de hand, de uitsterving van de dinosaurussen moest veroorzaakt zijn door een meteoriet inslag, maar waar?
Het antwoord kwam tijdens proefboringen en foto's in de Golf van Mexico: het schiereiland Yucatan. Hier toonde zich een kraterinslag met een diameter van 240 km rondom de stad Chicxutub.
Gezien de diameter, moest dit betekenen dat een meteoriet met een diameter van 20 km en een snelheid van 240.000 km/uur hier had ingeslagen.
Zo'n inslag veroorzaakt een energie van 100 miljoen waterstofbommen die tegelijkertijd ontploffen. Wat zijn de gevolgen van deze meteoriet inslag, de feiten op een rijtje, welke bevestigd worden door de opgravingen:
De schokgolven zorgden voor een vuurbal van stenen en wrakstukken die de dampkring in geslingerd werden. Door de zeer grote hitte verdampten rotsen waardoor druppels silicaat en grote brandende asresten in de lucht kwamen, die door de straalwind over de gehele aarde meegevoerd en overal neervielen.
|
Openbaring 7 De 144000 uit Israël
Daarna zag ik vier engelen staan aan de vier hoeken der aarde, die de vier winden der aarde vasthielden, opdat er geen wind zou waaien over de aarde, of over de zee, of over enige boom. En ik zag een andere engel opkomen van de opgang der zon, hebbende het zegel van de levende God; en hij riep met luider stem tot de vier engelen, aan wie gegeven was aan de aarde en de zee schade toe te brengen, en hij zei: Brengt geen schade toe aan de aarde, noch aan de zee, noch aan de bomen, voordat wij de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren verzegeld uit alle stammen der kinderen Israëls. Uit de stam Juda twaalfduizend verzegelden, uit de stam Ruben twaalfduizend uit de stam Gad twaalfduizend, uit de stam Aser twaalfduizend, uit de stam Naftali twaalfduizend, uit de stam Manasse twaalfduizend, uit de stam Simeon twaalfduizend, uit de stam Levi twaalfduizend, uit de stam Issakar twaalfduizend, uit de stam Zebulon twaalfduizend, uit de stam Jozef twaalfduizend, uit de stam Benjamin twaalfduizend verzegelden. Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam! En al de engelen stonden rondom de troon en de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon en aanbaden God, zeggende: Amen, de lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! Amen. En een van de oudsten antwoordde en zei tot mij: Wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden, en vanwaar zijn zij gekomen? En ik sprak tot hem: Mijn heer, gij weet het. En hij zei tot mij: Dezen zijn het, die komen uit de Grote Verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams. Daarom zijn zij voor de troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel; en Hij, die op de troon gezeten is, zal zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
Wat betekent dit ?
De vier engelen aan de vier hoeken der aarde zijn we reeds eerder tegengekomen in Zacharia 6 en Openbaring 6.
Een ieder die voor de aardse machten kies, zal een teken (666 of 0110 0110 0110 in computertaal ?) op zijn / haar rechterhand of voorhoofd ontvangen, zoals beschreven in Openbaring 13:16-17. Een ieder die voor God kiest, zal dit merkteken dienen te weigeren. Dit als een herkenning voor God, dat zij vóór God hebben gekozen. Zij die het merkteken niet hebben, zullen voor Gods toorn gespaard blijven en zij zullen worden verzegeld met Gods zegel op hun voorhoofd.
Het getal 144 duizend oftewel 12 x 12 duizend uit alle stammen van Israël. Dit komt overeen met Ezechiël 47 en 48. Hierbij een kanttekening In Ezechiël 47 en 48 staat dat Jozef twee delen krijgt. In Openbaring komt Jozef en Manasse voor. Jozef was de vader van Efraïm en Manasse, dus dit verklaart de twee delen die Jozef krijgt. In Openbaring missen we echter de stam Dan, die wel voorkomt in Ezechiël. Dit zou verklaard kunnen worden uit de veronderstelling dat uit de stam Dan de Anti-Christ zou voorkomen.
Of we de 12 x 12 duizend symbolisch of letterlijk moeten nemen, weet ik niet. Als de 144 duizend letterlijk nemen, zijn dit misschien degene die God verzegeld en beschermt tegen de aardse machten en de antichrist om te getuigen van God en Zijn Woord en verkondigen de komst van de Messias. De overigen zullen misschien toch ten prooi vallen aan de aardse machten, maar desondanks zullen zij delen in de erfenis van Israël, zoals beschreven in Ezechiël 47 en 48. De Bijbel geeft hier geen uitleg, dus is het gissen.
Een ding is een feit, ondanks dat het Joodse volk op dit ogenblik in eigen kracht vrede tracht te sluiten met zijn buurlanden, vertelt Openbaring dat Israël hierin niet zal slagen, maar aangevallen zal worden door de aardse machten. Maar God zal overwinnen en de 12 stammen van Israël het beloofde land Israël doen erven (inclusief de stam Dan) en zullen zij in vrede leven. Een vrede persoonlijk door de Here God tot stand gebracht.
De Palestijnen strijden dus voor een hopeloze zaak, namelijk tegen de God van Israël. Allah is een verzinsel van Mohammed, een misleiding van satan, en zij zullen uiteindelijk verliezen van de werkelijk bestaande God van Israël.
De grote scharen voor de troon, wordt verklaard in vers 14, te weten zij die komen uit de Grote Verdrukking (zie Openbaring 6:11). De tijd van de Grote Verdrukking werd reeds genoemd in het Oude Testament (Daniël 12:1-2). En wat een belofte volgt, zij die geweigerd hebben in de Grote Verdrukking tegen God te kiezen en zich verzet hebben tegen de aardse machten, zij zullen mogen wonen op de nieuwe aarde, zij zullen niet meer hongeren en dorsten, maar de Here God zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens (zie Ezechiël 47).
Ondanks het feit dat wanneer je in de Grote Verdrukking kies tegen de aardse machten, en je zonder het merkteken niet kunt kopen, noch kunt verkopen, en je vervolgingen, martelingen en pijnigen van de aardse machten zult ondergaan, is er de belofte Gods, dat als je voor de Here God kiest, je een eeuwig leven op de nieuwe aarde zult krijgen en dan niet naar de poel des vuurs gaat. De poel des vuurs is bestemd voor degenen die wél het merkteken op hun rechterhand of hun voorhoofd hebben gekregen en gekozen hebben tegen de Here God.
Wederom sloeg ik mijn ogen op, ik zag toe en zie, daar kwamen vier wagens naar voren tussen twee bergen. Die bergen nu waren van koper. Voor de eerste wagen stonden rode paarden, voor de tweede zwarte, voor de derde witte en voor de vierde gevlekte; sterke paarden. Ik nam het woord en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? De engel gaf mij ten antwoord: Deze gaan uit naar de vier windstreken des hemels, van hun standplaats bij de Here der ganse aarde. Die met de zwarte paarden gaat uit naar het Noorderland, de witte gaan uit, hen achterna, en de gevlekte gaan naar het Zuiderland. De sterke paarden kwamen opzetten; zij verlangden weg te gaan om de aarde te doorkruisen, en hij zei: Gaat heen, doorkruist de aarde. Toen doorkruisten zij de aarde. Hierop riep hij mij toe en sprak tot mij: Zie, die uitgegaan zijn naar het Noorderland brengen mijn Geest in het Noorderland tot rust. Het woord des Heren kwam tot mij: Neem gaven van de weggevoerden, van Cheldai, van Tobia en van Jedaja, en u, kom nog heden, kom in het huis van Josia, de zoon van Sefanja, waar zij, uit Babel komende, hun intrek genomen hebben. Neem dan zilver en goud en maak een kroon en zet die op het hoofd van de hogepriester Jozua, de zoon van Josadak, en zeg tot hem: Zo zegt de Here der heerscharen: zie, een man, wiens naam is Spruit. Deze zal uit zijn plaats uitspruiten en hij zal de tempel des Heren bouwen. Ja, Hij zal de tempel des Heren bouwen en hij zal met majesteit bekleed zijn en als heerser zitten op zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn troon; heilzaam overleg zal er tussen hen beiden zijn. En de kroon zal tot gedachtenis aan Chelem, Tobia, Jedaja en Chen, de zoon van Sefanja, in de tempel des Heren blijven. Die verre zijn, zullen aan de tempel des Heren komen bouwen en u zult weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden, indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God.
Ezechiël 9
Toen riep Hij met luider stem te mijnen aanhoren: Treedt nader, u, die aan de stad de straf voltrekken moet, ieder met zijn verdelgingswapen in de hand! En zie, zes mannen kwamen van de kant van de Bovenpoort, die op het noorden uitziet, ieder met zijn vernietigingswapen in de hand, en een man onder hen was in linnen gekleed en droeg een schrijfkoker aan zijn zijde; zij kwamen nader en gingen staan naast het koperen altaar. De heerlijkheid van de God van Israëls nu had zich opgeheven van de cherub waarop zij rustten, en zich begeven naar de dorpel van de tempel, en Hij riep de man die in linnen gekleed was en de schrijfkoker aan zijn zijde droeg. En de Here zei tot hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en maak een teken op de voorhoofden der mannen die zuchten en kermen over al de gruwelen die daar bedreven worden. Tot de anderen zei Hij te mijnen aanhoren: Trekt achter hem aan door de stad en slaat neer. Ontziet niet en hebt geen deernis. Grijsaards, jongelingen en jonge meisjes, kleine kinderen en vrouwen, moet u doden en verdelgen; maar niemand die het teken draagt, mag u aanraken; bij mijn heiligdom moet u beginnen. Toen begonnen zij bij de mannen, de oudsten, die zich voor de tempel bevonden. En Hij zei tot hen: Verontreinigt de tempel en vult de voorhoven met gedoden. Gaat heen. Gaat heen en slaat neer in de stad. Toen zij nu bezig waren met neer te slaan, (ik was achtergebleven) wierp ik mij op mijn aangezicht, schreeuwde het uit en zei: Ach, Here Here, gaat U nu heel het overblijfsel van Israëls verdelgen door uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem? En Hij zei tot mij: De ongerechtigheid van het huis Israëls en van Juda is uitermate groot, zodat het land van bloedschuld vol is, en de stad vol van rechtsverkrachting, want zij denken: de Here heeft het land verlaten, en: de Here ziet het niet. Daarom zal Ik ook niet ontzien en geen deernis hebben; hun wandel zal Ik op hun eigen hoofd doen neerkomen. En zie, de man die in linnen gekleed was en de schrijfkoker aan zijn zijde droeg, bracht bericht: Ik heb gedaan zoals Gij mij bevolen had.
En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of hun voorhoofd, en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
Toen bracht hij mij terug naar de ingang van het huis; zie, er stroomde water onder de drempel van het huis uit, oostwaarts, want de voorzijde van het huis was op het oosten; het water vloeide onder de rechter zijkant van het huis vandaan, ten zuiden van het altaar. En hij leidde mij door de Noordpoort en hij voerde mij toen buitenom naar de buitenste poort, naar de poort die op het oosten uitzag; en zie, daar borrelde water op uit de rechter zijkant. Nadat de man uitgegaan was naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de enkels. Hij mat weer duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de knieën. Hij mat weer duizend el en deed mij erdoor gaan; het water reikte tot aan de heupen. Hij mat nog eens duizend el; nu was het een beek geworden, die ik niet doorwaden kon, want het water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon, een beek die men niet kon doorwaden. Toen zei hij tot mij: Hebt u het gezien, mensenkind? Daarop deed hij mij teruggaan langs de oever van de beek. Toen ik terugkeerde, zie, langs de oever van de beek stonden aan weerszijden zeer veel bomen. Hij zei tot mij: Dit water stroomt naar de oostelijke landstreek, vloeit af naar de Vlakte en komt in de zee; in de zee wordt het uitgestort, zodat haar water gezond wordt. En alle levende wezens die er wemelen, zullen leven, overal waar de beek komt, en er zal zeer veel vis zijn, want als dit water daarheen komt, dan wordt het water van de zee gezond. Overal waar de beek komt, zal alles leven. Vissers zullen erlangs staan van Engedi tot En-eglaim; het zal een plaats zijn om de netten uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de grote zee, zeer talrijk. Maar de moerassen en poelen ervan zullen niet gezond worden; zij zijn aan het zout prijsgegeven. Langs de beek zullen op haar oevers aan weerszijden allerlei vruchtbomen opschieten, waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand zullen zij vrucht dragen, omdat hun water uit het heiligdom komt; hun vruchten zullen tot spijze zijn en hun loof tot geneesmiddel. Zo zegt de Here Here: Dit is de grens, waarbinnen u het land als erfdeel zult verdelen onder de twaalf stammen Israëls; Jozef ontvangt twee delen. U zult het als erfdeel ontvangen, de een zowel als de ander, omdat Ik gezworen heb, dat Ik het aan uw vaderen zou geven, en dit land zal u als erfdeel toevallen. Dit nu is de grens van het land: aan de noordzijde van de grote zee af, langs Chetlon, totdat men komt te Sedad, Hamat, Berota, Sibraim, dat tussen het gebied van Damascus en dat van Hamat ligt, en het middelste Chaser, dat op de grens van Hauran ligt, zodat de grens loopt van de zee tot Chasar-enon, het gebied van Damascus, en in het Noorden noordwaarts is Hamat de grens. Dit is de noordzijde. En de oostzijde: van tussen Hauran en Damascus, van tussen Gilead en het land Israëls, langs de Jordaan, zult gij tot aan de oostelijke zee de grens bepalen. Dit is de oostzijde. En de zuidzijde: zuidwaarts van Tamar tot het water van Meribat-kades, naar de beek, naar de grote zee. Dit is de zuidzijde tegen het Zuiderland. En de westzijde: de grote zee van de grens af tegenover de weg naar Hamat. Dit is de westzijde. Dit land nu zult u onder u verdelen naar de stammen Israëls; U zult het tot een erfdeel verloten onder u en onder de vreemdelingen die onder u vertoeven en die onder u kinderen verwekt hebben; dezen zult u als onder de Israëlieten geboren beschouwen; zij zullen met u een erfdeel bij loting toegewezen krijgen onder de stammen Israëls; in de stam waarbij de vreemdeling vertoeft, daar zult gij hem zijn erfdeel geven, luidt het woord van de Here Here.
NOOT: Een el is circa 53 cm (misschien slechts 48 cm). Duizend el is circa 533 meter.
Ezechiël 48
Dit nu zijn de namen der stammen. Van het noordelijke einde, langs de weg van Chetlon, totdat men komt te Hamat en Chasar-enon, terwijl het gebied van Damascus noordwaarts ligt, ter zijde van Hamat, van de oostzijde tot de zee: Dan een deel; naast het gebied van Dan van de oostzijde tot de westzijde: Aser een deel; naast het gebied van Aser van de oostzijde tot de westzijde: Naftali een deel; naast het gebied van Naftali van de oostzijde tot de westzijde: Manasse een deel; naast het gebied van Manasse van de oostzijde tot de westzijde: Efraïm een deel; naast het gebied van Efraïm van de oostzijde tot de westzijde: Ruben een deel; naast het gebied van Ruben van de oostzijde tot de westzijde: Juda een deel; en naast het gebied van Juda, van de oostzijde tot de westzijde, moet de heffing liggen, die u zult geven: vijfentwintigduizend el breed en de lengte als een der delen van de oostzijde tot de westzijde, en het heiligdom zal in het midden daarvan zijn. De heffing welke u de Here geven zult, zal vijfentwintigduizend el lang en tienduizend el breed zijn. En voor de volgenden zal de heilige heffing zijn; voor de priesters: noordwaarts vijfentwintigduizend el en westwaarts een breedte van tienduizend el; oostwaarts is de breedte tienduizend el en zuidwaarts is de lengte vijfentwintigduizend el; en het heiligdom des Heren zal in het midden ervan liggen. Het geheiligde deel zal zijn voor de priesters, uit de zonen van Sadok, die mijn dienst in acht genomen hebben, die niet afgedwaald zijn, toen de Israëlieten afdwaalden, zoals de Levieten afgedwaald zijn; voor hen zal het een heffing zijn uit de heffing van het land, een allerheiligst gebied naast dat der Levieten. De Levieten krijgen, evenwijdig aan het gebied der priesters, een lengte van vijfentwintigduizend el en een breedte van tienduizend el. De gehele lengte is vijfentwintigduizend el en de breedte tienduizend el; zij mogen daarvan niets verkopen noch verruilen; zij mogen het beste deel van het land niet aan anderen overdragen, want het is de Here heilig. Doch vijfduizend el, het overschot in de breedte langs de vijfentwintigduizend, dat is niet heilig, maar bestemd voor de stad, tot woonplaats en tot open veld, en de stad zal in het midden daarvan liggen. Dit zullen haar afmetingen zijn: de noordzijde vierduizend vijfhonderd el, de zuidzijde vierduizend vijfhonderd, de oostzijde vierduizend vijfhonderd en de westzijde vierduizend vijfhonderd; en de stad zal een open veld hebben: noordwaarts tweehonderd vijftig el, zuidwaarts tweehonderd vijftig, oostwaarts tweehonderd vijftig en westwaarts tweehonderd vijftig. Het overschot in de lengte evenwijdig aan de heilige heffing: tienduizend el oostwaarts en tienduizend westwaarts; dat zal evenwijdig zijn aan de heilige heffing, en de opbrengst daarvan zal zijn tot onderhoud van hen die in de stad arbeiden. Zij die in de stad arbeiden uit alle stammen Israëls, zullen dit bewerken. De gehele heffing zal vijfentwintigduizend bij vijfentwintigduizend el zijn; als een vierkant moet u de heilige heffing bepalen met inbegrip van het bezit der stad. Het overige echter is voor de vorst: het gebied aan weerszijden van de heilige heffing en het bezit der stad, langs de vijfentwintigduizend el van de heffing tot aan de oostgrens, en westwaarts langs de vijfentwintigduizend el tot aan de westgrens, evenwijdig aan de stamgebieden, zal voor de vorst zijn. En de heilige heffing en het heiligdom van het huis zullen in het midden daarvan zijn. Uitgezonderd het bezit der Levieten en het bezit der stad, die liggen tussen wat van de vorst is, zal wat tussen de grens van Juda en die van Benjamin ligt, voor de vorst zijn. Wat nu de overige stammen betreft, van de oostzijde tot de westzijde: Benjamin een deel; naast het gebied van Benjamin, van de oostzijde tot de westzijde: Simeon een deel; naast het gebied van Simeon, van de oostzijde tot de westzijde: Issakar een deel; naast het gebied van Issakar, van de oostzijde tot de westzijde: Zebulon een deel; naast het gebied van Zebulon, van de oostzijde tot de westzijde: Gad een deel; en naast het gebied van Gad aan de zuidzijde, naar het zuiden toe, loopt de grens van Tamar over het water van Meribat-kades, langs de beek tot de grote zee. Dit is het land, dat u ten erfdeel moet verloten onder de stammen Israëls en dit zijn hun delen, luidt het woord van de Here Here. En dit zijn de uitgangen der stad: aan de noordzijde, die vierduizend vijfhonderd el lang is, (de poorten der stad dragen de namen der stammen Israëls) drie poorten op het noorden: een Rubenpoort, een Judapoort en een Levipoort; aan de oostzijde, die vierduizend vijfhonderd el lang is, ook drie poorten: een Jozefpoort, een Benjaminpoort en een Danpoort; aan de zuidzijde, die vierduizend vijfhonderd el lang is, ook drie poorten: een Simeonpoort, een Issakarpoort en een Zebulonpoort; en aan de westzijde, die vierduizend vijfhonderd el lang is, eveneens drie poorten: een Gadpoort, een Aserpoort en een Naftalipoort. De omtrek is achttienduizend el en de naam der stad zal voortaan zijn: de Here is aldaar.
Te dien tijde zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; er zal een tijd van grote benauwdheid (verdrukking) zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden. Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.
Openbaring 8 Het zevende zegel en de zeven bazuinen
En toen Hij het zevende zegel opende, kwam er een stilte in de hemel, ongeveer een half uur lang. En ik zag de zeven engelen, die voor God staan, en hun werden zeven bazuinen gegeven. En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan, en hem werd veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon. En de rook van het reukwerk, met de gebeden der heiligen, steeg uit de hand van de engel voor Gods aangezicht op. En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar, en wierp het vuur op de aarde; en er kwamen donderslagen en stemmen en bliksemstralen en aardbeving. En de zeven engelen, die de zeven bazuinen hadden, maakten zich gereed om te bazuinen. En de eerste blies de bazuin, en er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed, en het werd op de aarde geworpen; en het derde deel van de aarde verbrandde en het derde deel van de bomen verbrandde en al het groene gras verbrandde. En de tweede engel blies de bazuin, en er werd iets als een grote berg, brandend van vuur, in de zee geworpen, en het derde deel van de zee werd bloed, en het derde deel van de schepselen in de zee, die leven hadden, stierf, en het derde deel van de schepen verging. En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel, en zij viel op het derde deel der rivieren en op de bronnen der wateren. En de naam der ster wordt genoemd Alsem. En het derde deel der wateren werd alsem en vele van de mensen stierven van het water, omdat het bitter geworden was. En de vierde engel blies de bazuin, en het derde deel van de zon werd getroffen en het derde deel van de maan en het derde deel van de sterren, zodat het derde deel daarvan verduisterd werd, en de dag voor het derde deel geen licht had en de nacht desgelijks. En ik zag en hoorde een arend vliegen in het midden des hemels, die met luider stem zei: Wee, wee, wee hun, die op de aarde wonen, vanwege de overige stemmen van de bazuin der drie engelen, die nog bazuinen zullen!
Wat betekent dit ?
Voor een inzicht van het vuur, donderslagen, bliksem en aardbeving, zie Ezechiël 38 en 39.
Wel als we kijken naar de aangestoken bosbranden in Indonesië, en wat de gevolgen voor mens en dier was hiervan in Indonesië en Singapore, kunnen we nauwelijks de gevolgen voorstellen van een natuurramp waarbij vuur (bliksem) de bossen en huizen over een derde van de aarde vernietigt, tezamen met de hagel. En de laatste tijd hebben we reeds op aarde hagelstenen gezien met een diameter van een 10 centimeter, die daken, auto's en vliegtuigen volledig verwoesten.
Bij de tweede engel, werd iets als een grote berg, brandend van vuur in de zee geworpen, en het derde deel van de zee werd bloed. Ik vermoed dat Johannes hier een vulkaan zag, die een grote massa vuur en lava in zee uitspuwde. Wanneer dit zeer veel lava is, is het niet verwonderlijk dat een derde deel van de zee werd als bloed, omdat alle levende wezens, vissen, haaien, dolfijnen, walvissen en noem maar op wat in de zee leeft, gedood wordt en hun bloed in de zee zichtbaar wordt. Natuurlijk met zulk een lava spuwde vulkaan, worden ook de schepen getroffen en zullen deze mede vergaan.
En de derde engel blies de bazuin en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel. Ik denk niet, dat wij hierbij letter aan een ster moeten denken, maar meer in de richting van een komeet of meteoriet (of is het de sonde die naar mars wordt gestuurd, die op uranium voortstuwing werkt, gelanceerd in 1998 door de NASA ?). Als een komeet of meteoriet in de dampkring gaat, verbrand deze en ziet er uit als een ster, brandend als een fakkel, met een lichtspoor. Ik heb slechts gehoord van een komeet met een diameter van 200 km, die over enkele jaren de aarde kan bedreigen. Echter deze komeet heeft (nog) niet de naam Alsem van NASA gekregen. De verwachting is echter, dat als deze komeet de aarde treft, inderdaad een derde van de aarde vernietigd zal worden. Niet alleen tengevolge van de inslag op aarde, maar meer tengevolge van de stof die in de lucht en in het water komt, die alles vergiftigd.
Wanneer een meteoriet in de oceaan terecht komt, creëert dat een tsunami met golven van 5 tot 100 meter hoog of meer.
En de vierde engel blies de bazuin en een derde van de zon, maan en sterren werden getroffen, zodat een derde deel van de dag en nacht verduisterd werden. Ik vermoed dat we een derde verwoesting van de zon, maan en sterren niet letterlijk moeten nemen, maar dienen te interpreteren wat Johannes zag. Hij zag namelijk dat de zon, maan en sterren nog maar twee derde van hun licht gaven.
Alleen de dag dat dit gebeurt, zal de mensheid weten wat de oorzaak hiervan is. Maar een verduistering van een derde van de dag en nacht is niet zo verwonderlijk gezien de gebeurtenissen die hieraan zijn vooraf gegaan: de brandende berg en de grote ster. Zij beiden zullen tenslotte de dampkring dusdanig vervuilen, dat de zon, maan en sterren niet meer door de dampkring een licht kunnen sturen en het zo op aarde zal zijn dat de dag voor het derde deel geen licht heeft en de nacht desgelijks. Wij hebben hiervan reeds een voorproefje gehad van de as uit de Japanse vulkaan die de dampkring vervuilde en het licht tegenhield.
Inderdaad, wee, wee, wee hun, die dan op de aarde wonen. Dat moet een verschrikkelijk nachtmerrie zijn. Het is beter om voor die tijd tot geloof in de Here Jezus Christus te zijn gekomen en met Hem in de lucht naar de hemel zijn opgevaren.
Gezien de huidige tijd waarin wij nu leven, denk ik dat God de mensheid reeds afdoende waarschuwt. Wij horen van de vernietigende werking en schade die El Ninjo aanbracht, de vele orkanen die momenteel over Amerika heentrekken, met miljarden guldens aan schade. Overstromingen in Amerika, die gebieden zo groot als heel Nederland onderwater zetten met hun miljarden guldens aan schade. Wij hebben kunnen lezen over de kracht en verwoestende werking van de aardbeving in Los Angeles.
God waarschuwt de mens nu reeds dat het einde nabij is, nu nog geeft God de mens de kans zich te bekeren , te erkennen dat hij/zij een zondaar is en Jezus Christus als zijn/haar persoonlijke Verlosser aan te nemen. Daarom grijp deze kans voordat het te laat is en je in de Grote Verdrukking je keus dient te maken en er voor jou geen plaats meer is in de hemel.
Openbaring 9 De vijfde bazuin
En de vijfde engel blies de bazuin, en ik zag een ster, uit de hemel op de aarde gevallen, en haar werd de sleutel van de put des afgronds gegeven. En zij opende de put des afgronds en er steeg rook op uit de put, als de rook van een grote oven; en de zon en het zwerk werden verduisterd door de rook van de put. En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde tevoorschijn en hun werd macht gegeven, gelijk de schorpioenen der aarde macht hebben. En hun werd gezegd, dat zij aan het gras der aarde geen schade zouden toebrengen, noch aan enig gewas, noch aan enige boom, maar alleen aan de mensen, die het zegel van God niet op hun voorhoofden hadden. En hun werd gegeven, dat zij hen niet zouden doden, maar dat de mensen zouden gepijnigd worden, vijf maanden lang; en hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt. Heden wanneer een schorpioen een mens steekt veroorzaakt dat heftige pijnen, koorts, ademhalingsproblemen, braken, spiertrekkingen, verhoogde hartslag, etc.En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken, maar hem geenszins vinden, en zij zullen begeren te sterven, maar de dood vlucht van hen weg. En de gedaante der sprinkhanen was als van paarden, die uitgerust zijn tot de oorlog; en op hun koppen waren kransen als van goud en hun aangezichten waren als aangezichten van mensen; en zij hadden haar als vrouwenhaar en hun tanden waren als die van leeuwen; en zij hadden borstschilden als ijzeren harnassen en het gedruis van hun vleugels was als het gedruis van wagens, wanneer vele paarden ten strijde draven. En zij hadden staarten als schorpioenen en angels, en in hun staarten was hun macht om de mensen schade toe te brengen, vijf maanden lang. Zij hadden over zich als koning de engel des afgronds; zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon en in het Grieks heeft hij tot naam Apollyon. Het eerste wee is voorbijgegaan: zie, nog twee weeën komen hierna. En de zesde engel blies de bazuin, en ik hoorde een stem uit de vier horens van het gouden altaar, dat voor God staat, zeggende tot de zesde engel, die de bazuin had: Laat de vier engelen los, die bij de grote rivier, de Eufraat, gebonden zijn. En de vier engelen, die tegen het uur en de dag en de maand en het jaar waren gereed gehouden, werden losgelaten om het derdedeel van de mensen te doden. En het getal der legerscharen van de ruiterij was tweemaal tienduizend tienduizendtallen; ik hoorde hun aantal. En aldus zag ik in dit gezicht de paarden en hen, die erop gezeten waren: zij hadden rossige en blauwe en zwavelkleurige harnassen, en de koppen der paarden waren als leeuwenkoppen, en uit hun bek kwam vuur en rook en zwavel. Door deze drie plagen werd het derde deel van de mensen gedood: door het vuur en de rook en de zwavel, die uit hun bek kwamen. Want de macht der paarden ligt in hun bek en in hun staarten. Want hun staarten zijn als slangen, met koppen, en daarmede brengen zij schade toe. En wie van de mensen overgebleven waren, die niet gedood waren door deze plagen, bekeerden zich toch niet van de werken hunner handen, om de boze geesten niet meer te aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, noch horen of gaan; en zij bekeerden zich niet van hun moorden, noch van hun toverijen, noch van hun hoererij, noch van hun dieverijen.
Wat betekent dit ?
Duidelijk is deze ster die op de aarde valt, iets wat we symbolisch dienen te nemen, immers er staat en haar (de ster) werd de sleutel van de put des afgronds gegeven.
Echter in het Grieks staat het woord pipto (=van een hogere plaats afdalen naar een lagere). Deze "ster" was niet "uit de hemel op de aarde gevallen" zoals de NBG-vertaling zegt. Hij daalde af van de "hemel" naar de "aarde" (vgl. Joh.6:38). De NBG-vertaling zegt ook, dat aan die ster, "aan haar, de sleutel van de put van de afgrond werd gegeven" (Op.9:1). Maar het Griekse woord voor ster (astra) is mannelijk. Dus er staat: "Aan hem was de sleutel van de put van de afgrond gegeven".
De verwoestende werking van de woestijn sprinkhanen is alom bekend. Hier worden echter geen aardse sprinkhanen beschreven, maar sprinkhanen, gelijk aardse schorpioenen met een angel. De steek van deze angel is echter niet dodelijk, zoals bij de aardse schorpioenen. De steek van deze sprinkhanen heeft als doel de mensen (die niet het zegel van God op hun voorhoofd hebben) te pijnigen gedurende vijf maanden. De pijn is echter net zo hevig als wanneer men nu door een schorpioen wordt gestoken. Echter nu lijdt men geen paar uur pijn met de dood tot gevolg, maar dan zal de pijn voortduren zonder dat de dood je van de pijn verlost. Geen wonder dat in die dagen de mens de dood zal zoeken om van deze verschrikkelijk pijn verlost te worden. Blijkbaar is zelfdoding niet mogelijk in die dagen, omdat in vers 6 staat: "maar de dood vlucht van hen weg". Wee, wee, wee hen die in die dagen leven en het merkteken van de aardse macht (het beest) hebben.
De sprinkhanen kunnen ook niet uitgeroeid worden, als we kijken naar hun grote. Hun gedaante is als paarden, uitgerust ten oorlog met borstschilden als ijzeren harnassen. Denken we aan de middeleeuwen, hoe de ridders hun paarden hadden beschermd met borstschilden en ijzeren harnassen, en wij krijgen enige voorstelling. Maar later we verder lezen, deze sprinkhanen, met de gedaante van paarden hadden staarten als schorpioenen en angels. Tegenwoordig hebben een aardig idee hoe de dinosaurussen er uit gezien hebben in de prehistorie en uit de animatie film Jurisica Parc. Dus deze beschrijving hoeft ons niets te verbazen en kunnen we gerust aannemen dat de beschreven sprinkhanen alhier in Openbaring ook werkelijk op de aarde de mensen zullen pijnigen.
Bij de zesde bazuin worden de vier engelen losgelaten, die gebonden waren bij de Eufraat. Gezien het feit dat zij gebonden waren, ligt de conclusie voor de hand dat deze engelen niet Gods engelen zijn maar engelen van satan, die tot nog toe door God gebonden waren zodat zij een kwaad niet konden verrichten.
Het getal der legerscharen is tweemaal tienduizend tienduizendtallen, oftewel 200 miljoen. Kijken we naar de enkele miljoenen soldaten die betrokken waren in de tweede wereld oorlog bij de moord op tientallen miljoenen Joden en mensen onder leiding van Hitler, kunnen we zonder meer een voorstelling maken hoe een leger van 200 miljoen, een derde deel van de mensen kan doden.
Velen zijn van mening dat wij deze paarden met leeuwenkoppen en staarten als slangen, symbolisch moeten nemen. Maar waarom zouden we? Dit is immers een Goddelijke openbaring aan Johannes, die in menselijke termen beschrijft wat hij ziet. Vanuit de prehistorische opgravingen, kunnen we een aardig beeld maken van dieren (draken), die toen geleefd hebben. Ook middels de huidige animatie films krijgen we soortgelijke beesten voorgeschoteld. Daarom ga ik er persoonlijk vanuit dat deze beesten, zoals hier in Openbaring beschreven ook letterlijk kunnen nemen en deze beesten door God op de aarde in de tijd van de Grote Verdrukking worden losgelaten.
Ondanks deze zeer duidelijk waarschuwing van God en Gods macht, bekeren de mensen, die overgebleven zijn, zich niet. Zij blijven de afgoden aanbidden. Wat een verschrikking als de mens, ondanks dit machtsvertoon, niet meer in staat is zich te bekeren tot God.
Nu is nog de tijd dat Gods Liefde in Jezus Christus zichtbaar is en bekering tot God mogelijk is. Straks is het te laat, dan geldt alleen nog Gods toorn over de mens die Gods Liefde afwees en zal Gods Heiligheid en Rechtvaardigheid getoond worden. Dan zal echt geopenbaard worden wat in het hart van een mens leeft. Wijst de mens nu Gods Liefde in de Here Jezus Christus af, dan zal de mens straks in de Grote Verdrukking Gods gramschap en toorn ervaren.
Het woord des Heren kwam tot mij: Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van Mesek en Tubal; profeteer tegen hem, en zeg: zo zegt de Here Here: zie, ik zal u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters, allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard; ook Perzen, Ethiopiers en Puteeers, allen met schild en helm; Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden; vele volken met u. Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd hebben; wees gij hun tot een leidsman. Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in toekomende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, een volk dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw krijgsbenden, en vele volken met u. Zo zegt de Here Here: Te dien dage zullen er plannen in uw hart opkomen; gij zult een boze aanslag beramen, u zult zeggen: ik zal optrekken tegen een land van dorpen, een overval plegen op vreedzame lieden, die in gerustheid wonen, allen zonder muur, grendels of poorten, om buit te maken en roof te plegen, om uw hand te keren tegen de weer bewoonde puinhopen en tegen een natie die uit het gebied der volken bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont. Seba, Dedan, de handelaars en al de machtigen van Tarsis zullen tot u zeggen: Komt gij om buit te maken; hebt gij uw schare bijeengeroepen om roof te plegen, om zilver en goud weg te slepen, om have en goed te bemachtigen, om een grote buit te maken? Daarom, profeteer, mensenkind, en zeg tot Gog: Zo zegt de Here Here: zult gij het niet gewaarworden, te dien dage als mijn volk Israël in gerustheid woont? Dan zult gij komen uit uw woonplaats uit het verre noorden, gij en vele volken met u, allen ruiters, een grote schare en een talrijk leger, en gij zult optrekken tegen mijn volk Israël als een wolk die het land bedekt. In toekomende dagen zal het geschieden, dat Ik u doe optrekken tegen mijn land, opdat de volken Mij leren kennen, wanneer Ik Mij voor hun ogen aan u, o Gog, de Heilige betonen zal. Zo zegt de Here Here: Zijt gij het, van wie Ik in vroegere dagen gesproken heb door de dienst van mijn knechten, de profeten van Israël, welke in die dagen jarenlang geprofeteerd hebben, dat Ik u tegen hen zou doen optrekken? Maar te dien dage, wanneer Gog komt in het land van Israël, luidt het woord van de Here Here, dan zal mijn grimmigheid opstijgen in mijn neus, en in mijn na-ijver, in het vuur mijner verbolgenheid, zal Ik spreken: Waarlijk, te dien dage zal een zware aardbeving het land van Israël teisteren. Ja, beven zullen voor Mij de vissen der zee, het gevogelte des hemels, het gedierte des velds en al het kruipend gedierte dat op de aardbodem kruipt en alle mensen die op de aarde leven; de bergen zullen neerstorten, de bergwanden zullen vallen, elke muur zal ter aarde storten. Dan zal Ik op al mijn bergen het zwaard tegen hem oproepen, luidt het woord van de Here Here; het zwaard van de een zal tegen de ander zijn. Ik zal met hem in het gericht treden door pest en door bloed; stromende regen en hagelstenen, vuur en zwavel zal Ik doen neer regenen op hem, op zijn krijgsbenden en op de vele volken die met hem zijn; Ik zal Mij groot en heilig betonen en Mij doen kennen ten aanschouwen van vele volken; en zij zullen weten, dat Ik de Here ben.
Ezechiël 39
U nu, mensenkind, profeteer tegen Gog en zeg: Zo zegt de Here Here: zie, Ik zal u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal! Ik zal u komen halen en u voortdrijven, u doen optrekken uit het verre noorden en brengen op de bergen van Israël. Dan zal Ik de boog uit uw linkerhand slaan en de pijlen uit uw rechterhand doen vallen. Op de bergen van Israël zult u vallen, u met al uw krijgsbenden en de volken die met u zijn;aan roofvogels, vogels van allerlei gevederte, en aan het gedierte des velds zal Ik u tot voedsel geven; op het open veld zult gij vallen, want Ik heb het gesproken, luidt het woord van de Here Here. Ik zal vuur werpen in Magog en onder hen die in gerustheid de kustlanden bewonen; en zij zullen weten, dat Ik de Here ben. Ik zal mijn heilige naam bekendmaken onder mijn volk Israël; Ik zal mijn heilige naam niet meer laten ontheiligen; en de volken zullen weten, dat Ik de Here ben, heilig in Israël. Zie, het komt, het zal geschieden, luidt het woord van de Here Here; dit is de dag, waarvan Ik gesproken heb. Dan zullen de inwoners van de steden van Israël uitgaan en de brand steken in het wapentuig: kleine en grote schilden, bogen en pijlen, knotsen en speren. Zeven jaar lang zullen zij daarmee hun vuur stoken. Zij zullen geen hout van het veld halen of in de bossen hakken, want met dat wapentuig zullen zij hun vuur stoken. Zo zullen zij hun berovers beroven en hun plunderaars uitplunderen, luidt het woord van de Here Here. Te dien dage zal Ik aan Gog een plaats geven, waar zijn graf zal zijn in Israël: het dal der doortrekkenden, ten oosten van de zee; en dat zal de weg versperren aan wie erdoor willen trekken. Daar zal men Gog met heel zijn menigte begraven en men zal het noemen: het dal van Gogs menigte. Het huis Israëls zal hen begraven om het land te reinigen, zeven maanden lang; ja, het gehele volk des lands zal begraven, en dat zal hun tot roem strekken op de dag dat Ik Mij verheerlijk, luidt het woord van de Here Here. Men zal mannen aanstellen met de vaste taak het land door te gaan om te begraven wie van de doortrekkenden op het land waren blijven liggen, en het te reinigen. Na verloop van zeven maanden zullen zij een onderzoek instellen; als zij dan het land doorgaan, en een van hen ziet mensenbeenderen, dan zal hij daar een merkteken bij zetten, totdat de grafdelvers ze begraven hebben in het dal van Gogs menigte ook zal er een stadsnaam zijn: Menigte); zij zullen het land reinigen. U nu, mensenkind, zo zegt de Here Here: zeg tot het gevogelte van allerhande gevederte en tot al het gedierte des velds: verzamelt u en komt, verenigt u van alle kanten bij het slachtoffer dat Ik voor u slacht, een groot slachtoffer, op de bergen van Israël; eet vlees en drinkt bloed. Vlees van helden zult u eten en bloed van de vorsten der aarde zult u drinken; rammen, lammeren, bokken, stieren, alles mestvee van Basan. Tot verzadiging toe zult u vet eten, tot dronkenschap toe bloed drinken van het slachtoffer dat Ik voor u geslacht heb; ja, u zult u aan mijn tafel verzadigen, aan paarden en ruiters, aan helden en allerlei krijgslieden, luidt het woord van de Here Here. Zo zal Ik mijn heerlijkheid onder de volken brengen, en zullen alle volken het gericht zien dat Ik voltrokken heb, en de hand die Ik op hen heb gelegd. Het huis Israëls zal weten, dat Ik de Here hun God ben, van die dag af en voortaan. En de volken zullen weten, dat het huis Israëls om zijn ongerechtigheid in ballingschap is gegaan; omdat zij Mij ontrouw geworden waren, had Ik mijn aangezicht voor hen verborgen en hen overgegeven in de macht van hun tegenstanders, zodat zij allen door het zwaard vielen. Naar hun onreinheid en hun overtredingen heb Ik hen behandeld en Mijn aangezicht voor hen verborgen. Daarom, zo zegt de Here Here, nu zal Ik een keer brengen in het lot van Jakob en Mij ontfermen over het gehele huis Israëls, en ijveren voor Mijn heilige naam. Zij zullen de smaad en al de ontrouw, waarmee zij Mij ontrouw geweest zijn, vergeten, wanneer zij weer in hun land wonen, veilig, zonder dat iemand hen opschrikt. Als Ik hen uit het gebied der volken terugbreng en hen uit de landen van hun vijanden verzamel, dan zal Ik Mij voor het oog der talrijke volken aan hen de Heilige betonen. En zij zullen weten, dat Ik de Here hun God ben, zowel wanneer Ik hen in ballingschap wegvoer onder de volken, als wanneer Ik hen weer in hun eigen land verzamel, zonder dat Ik iemand van hen daarginds achterlaat. En Ik zal mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik mijn Geest over het huis Israëls heb uitgestort, luidt het woord van de Here Here.
Openbaring 10 Verzegel de zeven donderslagen
En ik zag een andere sterke engel neerdalen uit de hemel, bekleed met een wolk, en de regenboog was op zijn hoofd en zijn gelaat was als de zon en zijn voeten waren als zuilen van vuur, en hij had in zijn hand een geopend boekje en hij zette zijn rechtervoet op de zee en de linker op de aarde, en hij riep met luider stem, zoals een leeuw brult, en toen hij riep, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen. En toen de zeven donderslagen gesproken hadden, wilde ik het opschrijven, maar ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Verzegel hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf het niet op. En de engel, die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op naar de hemel, en zwoer bij Hem, die leeft tot in alle eeuwigheden, die de hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is en de aarde en hetgeen daarop is en de zee en hetgeen daarin is: er zal geen uitstel meer zijn, maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd. En de stem, die ik gehoord had uit de hemel, hoorde ik wederom met mij spreken en zij zei: Ga heen, neem het boek, dat geopend ligt in de hand van de engel, die op de zee en op de aarde staat. En ik ging heen tot de engel en zei tot hem, dat hij mij het boekje zou geven. En hij zei tot mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. En ik nam het boekje uit de hand van de engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, werd mijn buik bitter. En er werd tot mij gezegd: U moet wederom profeteren over vele natiën en volken en talen en koningen.
Wat betekent dit ?
De engelen hebben een belangrijke rol op aarde en in de Hemel, nu onzichtbaar voor de mensen. In de eindtijd, de Grote Verdrukking schijnt een rol toe te nemen, en misschien worden zij zelfs zichtbaar voor de mens. Johannes ziet hier in elk geval een sterke engel neerdalen vanuit de hemel. Tot op heden was Johannes in trans in de hemel, nu is hij schijnbaar verplaatst naar de aarde, omdat hij de sterke engel uit de hemel ziet neerdalen. En wat een majestueus gezicht: De regenboog was op zijn hoofd, een gelaat als een zon en zijn voeten als vuur.
Maar dan volgt iets merkwaardigs: Tot op heden mocht Johannes alles openbaar maken en opschrijven zodat het bekend werd aan de gelovigen. Hier wordt iets alleen aan Johannes getoond, wat hij niet mag opschrijven en krijgt hij de opdracht het te verzegelen.
Persoonlijk ben ik zeer benieuwd, wat de betekenis hiervan is. Hoe is het mogelijk iets te verzegelen dat niet op schrift is gesteld? Is hier een diepere betekenis, namelijk het is op schrift gesteld en dit geschrift zal pas in de Grote Verdrukking gevonden worden en dan openbaar gemaakt worden? Dit zou Daniël 12:9 kunnen verklaren: "Ga heen Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd".
Ook Daniël heeft woorden ontvangen die verzegeld zijn tot de eindtijd. Daniël 12:4 "Maar u, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen." In de tijd waarin wij nu leven, mogen we zeker concluderen dat onze kennis over de eindtijd aan het toenemen is, zoals ik hopelijk bij deze een poging doe, om het u te verduidelijken.
Alleen Johannes en de Here God weten het antwoord of het op schrift is gesteld en in de Grote Verdrukking gevonden en geopenbaard wordt. Een ding is zeker, het is niet van belang voor de christelijke gelovigen, want anders had God het op schrift laten stellen en niet laten verzegelen.
Conclusies?
- Er zijn nog verzegelde Bijbelboeken, die (nog) niet zijn gevonden en pas in de eindtijd gevonden en openbaar worden. Wij kunnen hierbij denken aan de dode zee rollen die pas in 1947 werden teruggevonden, zwaar beschadigd en nu met de huidige technologie van infrarood en DNA weer aaneen worden gebracht. Pas over vele jaren van stukjes bijeen passen middels DNA overeenkomst (dode zee rollen zijn geschreven op perkament. Perkament is afkomstig van dierenhuiden. De gevonden stukjes van een perkamente bladzijde, worden nu op basis van overeenkomstige DNA tot een bladzijde gemaakt. Tot zover is vastgesteld dat een of twee bladzijde dezelfde DNA (dieren DNA) hebben).
- Velen zullen onderzoek doen. Er wordt prehistorisch onderzoek gedaan. De hiërogliefen worden bestudeerd en deze bevestigen het Oude Testament. Ook de opgravingen bevestigen het bestaan van de oudtestamentische plaatsen. De Bijbel wordt in haar originele (Hebreeuwse en Griekse) talen bestudeerd, mede mogelijk omdat oude oorspronkelijke geschriften zijn terug gevonden. En door al deze gegevens en de hedendaagse technologische ontwikkelingen van wetenschap, technologie, ruimtevaart en animatie films wordt de kennis vermeerderd.
- Ondanks dat de Gemeente wordt weggenomen bij de Wederkomst van Christus, blijven de Bijbels op aarde beschikbaar, schijnbaar worden deze niet verwoest door de aardse machten. En zullen deze Bijbels gelezen worden door de achterblijvers.
- Degenen die Jezus Christus als hun Verlosser niet hebben aangenomen (pure kerkgangers, vrijzinnige predikanten ?) zullen achterblijven en evenals het Joodse volk de Here God, Zijn Woord de Bijbel, en de Messias verkondigen.
- De verzegelde Bijbelboeken zullen geopend worden in de eindtijd en Gods plan met de mensen verder onthullen.
Te dien tijde zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de zonen van uw volk terzijde staat; en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan, tot op die tijd toe. Maar in die tijd zal uw volk ontkomen: al wie in het boek geschreven wordt bevonden. Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos. Maar u, Daniël, houd de woorden verborgen, en verzegel het boek tot de eindtijd; velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen. En ik, Daniël, zag en zie, daar stonden twee anderen, de een aan deze oever van de rivier, en de ander aan gene oever der rivier, en de een zei tot de man die met linnen klederen bekleed was en zich boven het water van de rivier bevond: hoelang toeft het einde dezer wonderbare dingen? Toen hoorde ik de man die met linnen klederen bekleed was en zich boven het water van de rivier bevond, zweren bij Hem die eeuwig leeft, terwijl hij zijn rechterhand en zijn linkerhand naar de hemel hief: Een tijd, tijden en een halve tijd; en wanneer er een einde komt aan het verbrijzelen van de macht van het heilige volk, dan zullen al deze dingen voleindigd zijn. Ik nu hoorde het wel, maar begreep het niet en zei: Mijn heer, waarop zullen deze dingen uitlopen? Doch hij zei: Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd. Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen zullen goddeloos handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan. En van de tijd af dat het dagelijks offer wordt gestaakt en een gruwel wordt opgericht, die verwoesting brengt, zijn het duizend tweehonderd en negentig dagen; welzalig hij die blijft verwachten en duizend driehonderd vijfendertig dagen bereikt. Maar u, ga het einde tegen, en u zult rusten en opstaan tot uw bestemming aan het einde der dagen.
|