God is kennis  

HET GOEDE NIEUWS ZENDING

Bijbelstudie van Openbaring 11-19

Two Witnesses
Two Witnesses

Knop 2-102-10 Knop 1111 Knop 1212 Knop 1313 Knop 1414 Knop 1515 Knop 1616 Knop 1717 Knop 1818 Knop 1919

Openbaring 11 De twee getuigen

En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden. Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden, tweeënveertig maanden lang. En Ik zal mijn twee getuigen last geven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang. Dit zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan. En indien iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en het verslindt hun vijanden; en indien iemand hun schade wil toebrengen, moet hij zo de dood vinden. Dezen hebben de macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de dagen van hun profeteren; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te veranderen en om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo dikwijls zij willen. En wanneer zij hun getuigenis zullen voleindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt, hun de oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden. En hun lijk zal liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd. En uit de volken en stammen en talen en natiën zijn er, die hun lijk zien, drie en een halve dag, en zij laten niet toe, dat hun lijken in een graf worden bijgezet. En zij, die op de aarde wonen, zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkaar geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden.En na die drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen, en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op allen, die hen aanschouwden. En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Klimt hierheen op! En zij klommen naar de hemel op in de wolk, en hun vijanden aanschouwden hen. En te dien ure kwam er een grote aardbeving en een tiende deel der stad stortte in, en zevenduizend personen werden door de aardbeving gedood, en de overigen werden zeer bevreesd en gaven de God des hemels eer. Het tweede wee is voorbijgegaan: zie, het derde wee komt spoedig. En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden. En de vierentwintig oudsten, die voor God op hun tronen gezeten waren, wierpen zich op hun aangezicht en aanbaden God, zeggende: Wij danken U, Here God, Almachtige, die is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard; en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven. En de tempel Gods, die in de hemel is, ging open en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel, en er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen en aardbeving en zware hagel.

Wat betekent dit ?

Het meten van de tempel Gods, staat beschreven in Ezechiël 40.

Tweeënveertig maanden komt overeen met 3 1/2 jaar. En twaalfhonderd en zestig dagen komt overeen met 42 maanden (maand=30 dagen).
Deze 3 1/2 jaar vinden we terug in Daniël 12 (zagen we reeds eerder).

Kennelijk is ten tijde van de Grote Verdrukking de tempel in Jeruzalem weer herbouwt (verwoest in 70 na Christus). En komen weer de heidenen om het voorhof van de tempel te vertreden. Echter het Joodse volk wordt door de Here God Zelf beschermt en Hij zendt twee getuigen die gedurende 3 1/2 jaar lang zullen getuigen van de Here God. Deze twee getuigen hebben macht van God gekregen over de natuur: te verhinderen dat er regen valt, water in bloed te veranderen, en de aarde te slaan met allerlei plagen. Iets wat God reeds in het Oude Testament ten toon spreidde, toen Hij Mozes Gods macht liet tonen aan de Farao van Egypte. Ondanks dit machtsvertoon van God, liet Farao in eerste instantie de Israëlieten niet gaan, en nadat de Farao de Israëlieten uit Egypte liet vertrekken, bedacht hij zich en stuurde een leger achter hen aan. Ook in Openbaring lezen we dat hier de twee getuigen Gods macht ten toon spreiden, maar het beest uit de afgrond komt en de twee getuigen doodt. Niemand van de heidenen die enige poging doet dit te verhinderen. Het hart van de mens is slecht en zondig !
Deze twee getuigen zijn Mozes en Elia. Mozes werd op de berg begraven, maar niemand vond zijn lichaam (De 34:6, Judas 1:9). Elia werd ten hemel opgenomen (2 kon. 2:11). Dus deze twee personen zijn niet gestorven, maar worden bewaard voor hun taak in de Grote Verdrukking.

Zo slecht en zondig, dat zij de lijken op straat laten liggen in de grote stad, waar ook hun Here gekruisigd werd. Dat kan dus geen andere stad zijn dan Jeruzalem. Ja, de volken en natiën zijn zo blij en verheugd dat de twee getuigen gedood zijn, dat ze elkaar zelfs geschenken zenden, vanwege het feit dat ze na 3 1/2 jaar van de kwelgeesten (deze twee getuigen) zijn verlost.

Echter zij zijn vergeten dat de twee getuigen door God waren gezonden. En na 3 1/2 dag wekt God de twee getuigen uit de dood (evenals God de Here Jezus Christus na 3 dagen uit de dood wekte), dan valt grote vrees op de volken en natiën. Wij hoeven ons niet te verbazen dat het alle volken en natiën op de aarde betreft, want met onze huidige communicatie middelen van radio, televisie, internet en mobiele telefoon is dit nieuws heel snel wereldkundig. En kunnen alle volken op de aarde, via de televisie, internet, GSM, aanschouwen hoe de twee getuigen in een wolk naar de hemel worden weggevoerd.

En de Here God bevestigt nogmaals Zijn macht: Hij laat de aarde beven met een grote aardbeving, (Bekend is de Karmel-breuklijn. Men verwacht dat deze de voorspelde aardbeving gaat veroorzaken) zodat een tiende van Jeruzalem instort en zevenduizend mensen doodt. EINDELIJK, de overige mensen worden bevreesd voor God en geven God eer. Helaas niet voor lang.

De zevende engel blaast de bazuin en de 24 oudsten (kennen we reeds uit Openbaring 5) aanbidden God.

Het laatste vers, toont ons twee wonderlijke feiten:

  1. Er is een tempel in de hemel
  2. De ark des verbonds (uit de tabernakel en de aardse tempel) is niet verwoest en verloren gegaan, maar bevindt zich momenteel in de hemel.

Kennelijk is de tempel op aarde in Jeruzalem door mensenhanden gemaakt en bevat niet de ark des verbonds.

De bliksemstralen, stemmen, donderslagen, aardbeving en zware hagel hebben we reeds eerder gezien in Openbaring 8. Met Openbaring 11 sluiten we de eerste 3 1/2 jaar van de Grote Verdrukking af.

Terug naar topTerug naar boven


Ezechiël 40

In het vijfentwintigste jaar van onze ballingschap, in de aanvang van het jaar, op de tiende der maand, in het veertiende jaar, nadat de stad was gevallen, op diezelfde dag, was de hand des Heren op mij en Hij bracht mij daarheen: in gezichten Gods bracht Hij mij naar het land van Israël en zette mij neer op een zeer hoge berg; daarop was iets als een stad gebouwd aan de zuidzijde. Toen Hij mij daarheen gebracht had, zie, daar bevond zich een man, die er uitzag als was hij van koper, met een linnen snoer en een meetroede in zijn hand; hij stond in de poort. De man sprak tot mij: Mensenkind, zie met uw ogen en hoor met uw oren en richt uw opmerkzaamheid op alles wat ik u zal laten zien; want opdat ik u dit zou laten zien, bent u hierheen gebracht. Verkondig alles wat u zien zult, aan het huis Israëls. En zie, daar liep aan de buitenzijde een muur geheel rondom het gebouw. De man nu had in zijn hand een meetroede van zes ellen (elk van een gewone el en een handbreedte); en hij mat de dikte van het muurwerk: een roede, en de hoogte: een roede. Toen kwam hij tot de poort die gericht was naar het oosten, besteeg de trappen daarvan en mat de dorpel van die poort: een roede breed en de andere dorpel: een roede breed. En elke kamer was een roede lang en een roede breed, en tussen de kamers was er vijf el; de dorpel van de poort langs de voorhal der poort aan de binnenzijde was een roede. Vervolgens mat hij de voorhal der poort aan de binnenzijde: een roede. En hij mat de voorhal der poort: acht el, en haar muurvlakken: twee el; de voorhal der poort lag aan de binnenzijde. En de kamers van de poort, die aan de oostzijde was, waren drie aan weerszijden; alle drie hadden dezelfde afmeting, ook de muurvlakken aan weerszijden hadden dezelfde afmeting. Daarop mat hij de breedte van de ingang der poort: tien el; de lengte van de poort: dertien el; en er was een afscheiding, voor aan de kamers, van een el, en een el was de afscheiding aan de andere zijde, terwijl elke kamer zes el in het vierkant was. Ook mat hij de poort, van het dak van de ene kamer tot het dak van de andere kamer, een breedte van vijfentwintig el, ingang tegenover ingang. Zo deed hij ook met de pilaren, zestig el, en bij de pilaren bevond zich de voorhof geheel rondom de poort. En van de voorkant der poort, van de ingang af tot aan de voorkant van de voorhal der binnenste poort: vijftig el. En er waren gesloten vensters van latwerk aan de kamers en aan haar muurvlakken, binnenwaarts gericht, in de poort aan alle zijden; zo ook aan de voorhallen; en vensters waren aan alle zijden binnenwaarts gericht, en aan de muurvlakken waren palmen. Toen bracht hij mij naar de buitenste voorhof en zie, daar waren vertrekken en een plaveisel was er gemaakt, heel de voorhofrond; dertig vertrekken bevonden zich op het plaveisel. Het plaveisel nu lag aan de zijkant der poorten overeenkomend met de lengte der poorten, het benedenste plaveisel. Daarna mat hij de afstand van de voorkant der benedenste poort tot de voorkant van de binnenste voorhof aan de buitenzijde: honderd el, aan de oostzijde en aan de noordzijde. Ook van de poort, die naar het noorden gericht was, aan de buitenste voorhof, mat hij de lengte en de breedte. Haar kamers, drie aan weerszijden, haar muurvlakken en haar voorhal hadden dezelfde afmeting als de eerste poort, vijftig el lang en vijfentwintig el breed. Ook haar vensters en haar voorhal en haar palmen hadden dezelfde afmeting als bij de poort, die naar het oosten gericht was; langs zeven treden steeg men naar haar op en dan lag de voorhal daarvoor. Ook was er een poort aan de binnenste voorhof tegenover de poort naar het noorden, evenals naar het oosten; hij mat van poort tot poort: honderd el. Toen voerde hij mij naar het zuiden, en zie, daar was een poort, die naar het zuiden gericht was. Hij mat haar muurvlakken en haar voorhal: dezelfde afmetingen. Zij had, evenals haar voorhal, vensters aan alle zijden, gelijk aan de vorige vensters; vijftig el was de lengte en vijfentwintig el de breedte; zeven treden voerden tot haar op; de voorhal lag dan daarvoor, en zij had palmen aan weerszijden aan haar muurvlakken. Ook was er een poort aan de binnenste voorhof, aan de zuidzijde; hij mat van poort tot poort aan de zuidzijde: honderd el. Daarop bracht hij mij naar de binnenste voorhof door de Zuidpoort, en hij mat de Zuidpoort: dezelfde afmetingen. Ook haar kamers en haar muurvlakken en haar voorhal hadden dezelfde afmetingen; zij had, evenals haar voorhal, vensters aan alle zijden; vijftig el was de lengte en vijfentwintig el de breedte en er waren voorhallen aan alle zijden, vijfentwintig el lang en vijf el breed. Haar voorhal lag aan de kant van de buitenste voorhof, en er waren palmen aan de muurvlakken daarvan, en acht treden telde haar opgang. Toen bracht hij mij naar de binnenste voorhof aan de oostzijde en hij mat de poort: dezelfde afmetingen, haar kamers, haar muurvlakken en haar voorhal: dezelfde afmetingen. Evenals haar voorhal had zij vensters aan alle zijden; zij was vijftig el lang en vijfentwintig el breed. Haar voorhal was aan de buitenste voorhof; aan de muurvlakken daarvan waren palmen aan weerszijden, en acht treden telde haar opgang. Vervolgens bracht hij mij naar de Noordpoort; hij mat haar: dezelfde afmetingen, haar kamers, haar muurvlakken en haar voorhal; zij had vensters aan alle zijden; zij was vijftig el lang en vijfentwintig el breed; haar voorhal lag aan de buitenste voorhof; er waren aan weerszijden palmen aan haar muurvlakken; acht treden telde haar opgang.

NOOT: Een el is circa 53 cm. Duizend el is circa 533 meter.

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 12 De vrouw en de Draak

En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden. En er kwam oorlog in de hemel; Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog, maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem. En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en dekracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen. En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood. Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u neergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft. En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had. En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten meesleuren. En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; en hij bleef staan op het zand van de zee.

Wat betekent dit ?

Een blik wordt ons gegund in de hemel, waar de Here God woont.

Wie de draak met zeven koppen en tien horens is, wordt verleid in vers 9: En de grote draak , de oude slang, die genaamd wordt duivel en satan. En de draaks staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede. Hier wordt getoond hoe groot de macht van satan is. Echter voor "een derde van de sterren des hemels" heb ik geen verklaring. Sommige commentaren verwijzen naar Daniël 8:10, waar de sterren heerscharen worden genoemd. Met wie deze heerscharen zijn, staat ook niet in Daniël. We kunnen gerust aannemen dat deze sterren niet letterlijk als sterren dienen te nemen, want als de satan een derde van de sterren des hemels zou werpen, verbrandt de gehele aarde. Het kunnen ook geen satellieten zijn die om de aarde in de hemel cirkelen, want Johannes ziet de voorwerpen als sterren. En satellieten geven geen licht, tenzij doordat de satan deze satellieten op de aarde werpt en deze satellieten verbranden in de dampkring dan zou mogelijk Johannes het als sterren hebben kunnen waarnemen. Echter de Bijbel verschaft hier geen nadere verklaring, anders dan dat de sterren die op aarde worden geworpen, geen schade aan de aarde toebrengen. De mensen in de Grote Verdrukking zullen merken wat hiermee bedoeld wordt.
Als met sterren heerscharen worden bedoeld, zouden de sterren kunnen wijzen naar de 1/3 van de engelen die satan meesleepte bij zijn val, en zijn de sterren de gevallen engelen, danwel demonen.

Wie het kind is welke gebaard wordt is mij niet duidelijk. De meeste commentaren zeggen dat met het kind, Jezus wordt bedoeld. Persoonlijk heb ik daar moeite mee. De gebeurtenis die hier wordt beschreven, speelt zich af aan het begin van de tweede periode van de Grote Verdrukking (zie vers 6 "opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen=42 maanden=3 1/2 jaar) zou verblijven). Jezus is reeds geboren op aarde en is reeds ten hemel opgevaren, waar Hij gezeten is aan de rechterhand Gods. Daarom kan ik moeilijk aannemen, dat Jezus Christus opnieuw geboren wordt in de hemel, waar deze beschrijving (openbaring) plaats vindt.
Een mogelijk verklaring is dat met de vrouw, het volk van God wordt bedoeld, de joden (stam van Juda) en de Israëlieten. Dit volk staat onder de bescherming van God (in de hemel). Het volk in Israël staat een moeilijke tijd te wachten in de Grote Verdrukking en de draak satan wil dit volk van God vernietigen.
Maar ook de Islam en de VN wil Israël vernietigen.

Vers 6 geeft opnieuw een datering, namelijk de vrouw vlucht naar de woestijn, opdat zij daar 1260 dagen onderhouden zou worden. 1260 dagen komt overeen met 42 maanden=3 1/2 jaar. Dit getal zagen we al ook in Openbaring 11, de eerste periode van de Grote Verdrukking. Bij elkaar opgeteld komen we dan totaal op een periode van 7 jaar voor de Grote Verdrukking.

Vers 6 De vrouw vlucht naar de woestijn. Deze woestijn is niet in de hemel (ondanks het feit dat vers 1 begint in de hemel, vers 7 gaat verder in de hemel), maar vers 13 maakt duidelijk dat deze woestijn op aarde is, want de draak is dan op de aarde geworpen, waar hij de vrouw vervolgt.

We zagen reeds welke grote rol de engelen spelen in de Grote Verdrukking. De engel Michaël werd reeds in het oude Testament in Daniël drie keer bij name genoemd (Daniël 10 en 12). Tot deze periode in de Grote Verdrukking heeft satan en zijn engelen vanaf de schepping en zondeval in de hemel mogen komen. Nu is de tijd aangebroken en Michaël en zijn engelen binden de strijd aan tegen de satan (de draak) en zijn engelen. Het gevolg is dat satan en de zijnen verslagen wordt en definitief de toegang tot de hemel wordt ontzegd, satan en de zijnen worden verslagen (zij konden niet standhouden en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden). Satan, de grote draak wordt in de aarde geworpen met zijn engelen, dat wil zeggen in het binnenste van de aarde.

Zoals de Here Jezus Christus de gelovigen tijdens hun verblijf op aarde tegen satan en zijn engelen beschermde, zo ook nu beschermt God de vrouw. God geeft de vrouw twee vleugels om de vrouw te beschermen tegen satan, zodat zij naar een plaats kan vliegen buiten bereik van de grote draak (satan). Hier verblijft de vrouw, een tijd, tijden en een halve tijd, oftewel 3 1/2 jaar, wat overeenkomt met vers 6. Een tijd, tijden en een halve tijd is identiek wat in Daniël 7:25 staat.

Echter satan geeft niet op, hij probeert de vrouw te laten verdrinken. Helaas God is machtiger en God regeert over de aarde en de natuur. De aarde split zich en verzwelg de waterstroom van de draak. Wat een mooie gelijkenis als we denken aan hoe de Israëlieten door Farao's leger achtervolgt, de Israëlieten stonden voor de Rode Zee, een ondoorgankelijke oversteekplaats voor het Joodse volk. God bestuurde toen de natuur door de wateren te laten wijken, zodat de Israëlieten konden oversteken naar de overkant. Toen Farao's leger ook wilde oversteken, kwam het water terug en de vijand verdronk en de Israëlieten waren veilig aan de overkant. Nu gebeurt het omgekeerde. Satan spuwt een waterstroom en de aarde verslindt de waterstroom en de vrouw is in veiligheid.

Maar satan geeft niet op, nu keert zijn toorn tegen haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben. Ik denk dat we hierbij dienen te denken aan de 144.000 verzegelden uit alle stammen van Israël (uit Openbaring 7), zij hebben Gods geboden bewaard en het getuigenis van Jezus (waarbij ik persoonlijk denk niet als Jezus de Verlosser van zonde, maar als Jezus de Messias).

Terug naar topTerug naar boven


Daniël 7

In het eerste jaar van Belsassar, de koning van Babel, zag Daniël een droom en gezichten die hem op zijn legerstede voor ogen kwamen. Toen schreef hij de droom op. Begin van het bericht. Daniël hief aan en zei: Ik had in de nacht een gezicht en zie, de vier winden des hemels brachten de grote zee in beroering, en vier grote dieren stegen uit de zee op, het ene verschillend van het andere. Het eerste geleek op een leeuw, en het had adelaarsvleugels. Terwijl ik bleef toezien, werden het de vleugels uitgerukt, en werd het van de grond opgeheven en op twee voeten overeind gezet als een mens, en werd het een mensenhart gegeven. En zie, een ander dier, het tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem aldus: sta op, eet veel vlees. Daarna zag ik, en zie, een ander dier, gelijk een panter; het had vier vogelvleugels op zijn rug en vier koppen. En aan hem werd heerschappij gegeven. Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens. Terwijl ik op die horens lette, zie, daartussen verhief zich een andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak. Terwijl ik bleef toekijken, werden tronen opgesteld, en een Oude van dagen zette Zich neder; zijn kleed was wit als sneeuw en Zijn hoofdhaar blank als wol; Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de raderen daarvan uit laaiend vuur; en een stroom van vuur welde op en vloeide voor hem uit; duizendmaal duizenden dienden hem en tienduizend maal tienduizenden stonden voor hem. De vierschaar zette zich neder en de boeken werden geopend. Toen keek ik toe vanwege het geluid der grote woorden welke de horen sprak; terwijl ik bleef toekijken, werd het dier gedood, zijn lichaam werd vernietigd en prijsgegeven aan de brand van het vuur. Ook aan de overige dieren werd de heerschappij ontnomen, en hun werd een levensduur gegeven tot tijd en wijle. Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem.Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en Zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is. De geest van mij, Daniël, was ontroerd in mijn binnenste, en de gezichten die mij voor ogen waren gekomen, ontstelden mij. Ik naderde een van hen die daar stonden, en vroeg hem de ware zin van dit alles, en hij sprak tot mij en gaf mij de uitlegging daarvan te kennen: die grote dieren, die vier, zijn vier koningen die uit de aarde zullen opkomen; daarna zullen de heiligen des Allerhoogsten het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot in eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden. Toen wilde ik de ware zin weten van het vierde dier, dat van die alle verschilde, dat buitengewoon vreselijk was met zijn ijzeren tanden en zijn koperen klauwen, dat at en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrad, en van de tien horens, welke op zijn kop waren, en van die andere, die zich verhief en waarvoor er drie uitvielen, terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag dan de andere. Ik zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen. Hij sprak aldus: Dat vierde dier is het vierde koninkrijk, dat op aarde zal zijn,dat verschillen zal van alle andere koninkrijken, en dat de gehele aarde zal verslinden en haar zal vertreden en vermorzelen. En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen. Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd; dan zal de vierschaar zich neerzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde. En het koningschap, de macht en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten: zijn koningschap is een eeuwig koningschap, en alle machten zullen het dienen en gehoorzamen. Hier eindigt het bericht. Wat mij, Daniël, betreft, mijn gedachten ontstelden mij zeer, zodat mijn gelaatskleur verschoot; en ik bewaarde deze woorden in mijn hart.

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 13 Het Beest in Openbaring

En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering. En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht. En ik zag een van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna, en zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren? En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen. En het beest opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tent en hen, die in de hemel wonen. En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk. En allen, die op de aarde wonen, zullen het beest aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is sedert de grondlegging der wereld. Indien iemand een oor heeft, hij hore. Indien iemand in gevangenschap voert, dan gaat hij in gevangenschap; indien iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij zelf met het zwaard gedood worden.Hier blijkt de volharding en het geloof der heiligen. En ik zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee horens als die van het Lam, en het sprak als de draak. En het oefent al de macht van het eerste beest voor diens ogen uit. En het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was. En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet neerdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest, dat de wond van het zwaard had en weer levend geworden is. En hem werd gegeven om aan het beeld van het beest een geest te schenken, zodat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken dat allen, die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood werden. En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op hun voorhoofd, en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft. Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, berekene het getal van het beest, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zesënzestig.

Wat betekent dit ?

De draak kennen we reeds uit Openbaring 12, het andere beest komt overeen met de beesten die beschreven worden in Daniël 7.

Ondanks dat aan het eind van Openbaring 11, de volken God eer gaven en zeer bevreesd waren, is het maar van korte duur. Hier in Openbaring 13 lezen we reeds dat de gehele aarde het beest achterna gaat. Dat de gehele mensheid, het beest achterna gaat, is niet zo verwonderlijk, gezien de moderne communicatie middelen die nieuws heel snel over de gehele wereld vandaag de dag kan verspreiden. Iets wat in Jeruzalem gebeurd, is een paar minuten later bekend in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Europa en Azië, van New York tot Tokio, van Oslo tot Johannesburg.
Opnieuw zien we de 42 maanden (bekend uit Openbaring 12), gelijk aan.3 1/2 jaar (tijd, tijden en een halve tijd in Daniël 7:25). Dit is de tijd die de satan en het beest op aarde mogen regeren van God. In deze tijd mag hij tegen het Joodse volk strijden en mag de satan macht uitoefenen over de volken op aarde. Wat een vreselijk tijd moet dat zijn, nu wordt satans macht nog beperkt door God, en desalniettemin is er zeer veel ellende (ziektes, kanker, invaliditeit, oorlogen, natuurrampen) op aarde. Dat zal enorm toenemen alles God satans macht niet meer beperkt. Dan wordt openbaar wat leeft in een ieders hart. Dan wordt openbaar voor wie de mens kiest of vóór God of tegen God en vóór satan.
Openbaring vertelt het ons: En allen, die op aarde wonen, zullen het beest aanbidden, behalve zij die in het boek des levens van het Lam geschreven staan. Dit boek zien we terug in Openbaring 20:12 tijdens het laatste oordeel.

Het zal een zeer zware tijd zijn voor degenen die weigeren de satan en het beest te aanbidden. Hier zal de gelovige tot het uiterste in zijn of haar geloof in God en keuze voor God beproefd worden. Vers 10 zegt niets voor niets: Hier blijkt de volharding en het geloof der heiligen. Wee, wee, wee hen die in deze tijd leven van de grote beproeving en hun geloof zo beproefd wordt.
Daarom is het veel beter nu voor de Here Jezus Christus als jouw persoonlijke Verlosser te kiezen en bij Zijn Wederkomst meegenomen te worden in de lucht, dan achter te blijven op de aarde en je keuze dienen te maken in de Grote Verdrukking. Als je dan voor God kiest, zul je aan de vervolgingen en pijnigingen van het beest worden bloot gesteld en dan dien je te volharden ondanks alle pijn en martelingen.

Een ander beest komt op uit de aarde. En het doet grote tekenen, en laat vuur uit de hemel neerdalen op aarde. Reeds nu verleidt satan de mensen, en we weten allemaal wat voodoo kan aanrichten. En de wonderen die verricht worden die magie, yoga en occulte sekte aanhangen. Daarom is het niet zo verwonderlijk dat het beest grote tekenen kan doen en vuur uit de dampkring (hemel) kan laten neerdalen.

De volken worden gedwongen om een beeld te maken, en het beeld werd een geest gegeven en ook dat het zou spreken. De kunstmatige intelligentie van computers groeit nu reeds en er wordt druk geëxperimenteerd met zelflerende intelligentie en computer software. Wij kennen reeds de sprekende computer chips bij telefoon beantwoording. De computer wereld is druk bezig met spraak herkenning en sprekende chips. Kijk maar eens naar de drie figuren van Microsoft, deze spreken de tekst die geprogrammeerd wordt. Een puber kan een figuurtje laat spreken (in het Engels). Dus we hoeven niet verbaast te zijn dat het beeld een geest krijgt en kan spreken.

Nu het beest er is, dient een keuze gemaakt te worden of vóór God of tegen God en vóór satan. Een ander weg is er niet meer. Het beest en zijn aanhangers maakt, dat allen, klein en groot, rijk of arm, vrij of slaaf,  de keuze moeten maken. Zij die kiezen voor het beest (satan) zullen een merkteken op hun rechterhand of hun voorhoofd ontvangen. Zonder dit merkteken kan niemand kopen of verkopen.
Dus heb je het merkteken niet, dan kun je geen voedsel of drinken kopen, en je kunt geen geld verdienen omdat als je het merkteken niet hebt, je ook niets kunt verkopen. Dus ben je aan de honger overgeleverd, of zul je moeten stelen en als je gepakt wordt zul je gedwongen worden het merkteken te aanvaarden en kiezen tegen God, of volharden in de keuze voor God en gepijnigd, gemarteld worden en gedood worden.
Steeds minder kan met geld worden gekocht, langzaam maar zeker wordt men gedwongen om met betaalpassen en creditcards te betalen. Denk aan de invoering van de chip op de identiteitskaarten en paspoorten. Invoering van de OV-kaart, de mobiele telefoons. Hiermede kan men lokaliseren waar een persoon zich bevindt !

Hoe is het mogelijk dat je niets kunt kopen of verkopen? De elektronisch betaalmiddelen nemen steeds meer toe, als de munten en bankbiljetten worden afgeschaft, en betaling slechts mogelijk wordt door middel van een elektronisch betaalkaart, kun je makkelijk de mensen met het merkteken 666 beheersen. En wat te denken van Europa. Het geld in de Europese landen is vervangen door de EURO. Dan kun je niet meer betalen of kopen met het geld wat je had. Na 2002 is het eigen lands geld niets meer waard, dat had je moeten omwisselen. Begreep je dat het dus niet ondenkbaar is dat een mens niet kan kopen of verkopen zonder het merkteken?

Het merkteken (het getal van het beest) wordt gegeven: het getal van de mens 666 (oftewel 0110 0110 0110 in computertaal).

Dit merkteken op de rechterhand of voorhoofd kunnen we gerust letterlijk nemen. Daarvoor hoeven we slechts terug te denken aan de Joden die in de concentratie kampen gebrandmerkt werden met een nummer.
Was Hitler een voorproefje van het beest ? Stellen we de letter A als 100, de letter B op 101, C op 102, enz. (e=104; h=107; i=108; l=111; r=117; t=119) dan vormt het woord Hitler het getal 666. En Hitler heeft reeds tientallen miljoen mensen uitgeroeid. De SS en Gestapo martelde de mensen, deden medische experimenten op de mensen, hongerden hen uit en vergaste de Joden.
Wat een verschrikking moet het in de Grote Verdrukking zijn als het beest regeert, met niets ontziende macht. In de tweede wereldoorlog waren er nog mensen die tegen Hitler waren en onderdak verschafte aan onderduikers en Joden. Dan zal de gehele wereld voor het beest (satan) kiezen en is er geen schuilplaats, dan zijn er geen mensen meer die onderdak en schuilplaats kunnen verlenen, want de gehele wereld wordt gemerkt door het getal 666 op de rechterhand of het voorhoofd. Tenzij je vlucht en weigert.

God heeft de mensheid voldoende gewaarschuwd. De mensheid heeft met Hitler, SS, Gestapo, de tweede wereld oorlog en atoombom een voorproefje gehad van de Grote Verdrukking die komen gaat en wat de mensheid dan te wachten staat.
Ook zijn de geheime laboratoriums bekend van satanisten, die allerlei pijnlijke ziekten aan het ontwikkelen zijn. Een voorproefje is de muskiet met het vreselijke Zika virus.
De mensheid weet dat deze tijd nabij is, de Joden keren terug naar de staat Israël. De staat Israël bestaat weer sinds 1948. Het is duidelijk dat we leven in vijf minuten voor twaalf, de eindtijd is zeer nabij. Heb jij je keuze al gemaakt voor de Here Jezus Christus als jouw persoonlijke Verlosser, of houd je nog steeds vast aan goede werken, gered worden op basis van kerkgang, of dat Jezus Christus een mythologisch figuur is? Beslis voordat het te laat is, morgen kan Jezus Christus Wederkomst zijn, of over een seconde kun je een dodelijk ongeval hebben gekregen.
S T E L   J E   B E S L I S S I N G    N I E T   UI T !!!   K I E S    V O O R    J E Z U S   AL S   J O U W   V E R L O S S E R !!!

Terug naar topTerug naar boven


Daniël 7

In het eerste jaar van Belsassar, de koning van Babel, zag Daniël een droom en gezichten die hem op zijn legerstede voor ogen kwamen. Toen schreef hij de droom op. Begin van het bericht. Daniël hief aan en zei: Ik had in de nacht een gezicht en zie, de vier winden des hemels brachten de grote zee in beroering, en vier grote dieren stegen uit de zee op, het ene verschillend van het andere. Het eerste geleek op een leeuw, en het had adelaarsvleugels. Terwijl ik bleef toezien, werden het de vleugels uitgerukt, en werd het van de grond opgeheven en op twee voeten overeind gezet als een mens, en werd het een mensenhart gegeven. En zie, een ander dier, het tweede, geleek op een beer; het richtte zich op de ene zijde op, en drie ribben waren in zijn muil tussen zijn tanden; en men sprak tegen hem aldus: sta op, eet veel vlees. Daarna zag ik, en zie, een ander dier, gelijk een panter; het had vier vogelvleugels op zijn rug en vier koppen. En aan hem werd heerschappij gegeven. Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens. Terwijl ik op die horens lette, zie, daartussen verhief zich een andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in die horen waren ogen als mensen ogen en een mond vol grootspraak. Terwijl ik bleef toekijken, werden tronen opgesteld, en een Oude van dagen zette Zich neder; zijn kleed was wit als sneeuw en Zijn hoofdhaar blank als wol; Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de raderen daarvan uit laaiend vuur; en een stroom van vuur welde op en vloeide voor hem uit; duizendmaal duizenden dienden hem en tienduizend maal tienduizenden stonden voor hem. De vierschaar zette zich neder en de boeken werden geopend. Toen keek ik toe vanwege het geluid der grote woorden welke de horen sprak; terwijl ik bleef toekijken, werd het dier gedood, zijn lichaam werd vernietigd en prijsgegeven aan de brand van het vuur. Ook aan de overige dieren werd de heerschappij ontnomen, en hun werd een levensduur gegeven tot tijd en wijle. Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem.Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en Zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is. De geest van mij, Daniël, was ontroerd in mijn binnenste, en de gezichten die mij voor ogen waren gekomen, ontstelden mij. Ik naderde een van hen die daar stonden, en vroeg hem de ware zin van dit alles, en hij sprak tot mij en gaf mij de uitlegging daarvan te kennen: die grote dieren, die vier, zijn vier koningen die uit de aarde zullen opkomen; daarna zullen de heiligen des Allerhoogsten het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot in eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden. Toen wilde ik de ware zin weten van het vierde dier, dat van die alle verschilde, dat buitengewoon vreselijk was met zijn ijzeren tanden en zijn koperen klauwen, dat at en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrad, en van de tien horens, welke op zijn kop waren, en van die andere, die zich verhief en waarvoor er drie uitvielen, terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag dan de andere. Ik zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht, totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen. Hij sprak aldus: Dat vierde dier is het vierde koninkrijk, dat op aarde zal zijn, dat verschillen zal van alle andere koninkrijken, en dat de gehele aarde zal verslinden en haar zal vertreden en vermorzelen. En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen. Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd; dan zal de vierschaar zich neerzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde. En het koningschap, de macht en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten: zijn koningschap is een eeuwig koningschap, en alle machten zullen het dienen en gehoorzamen. Hier eindigt het bericht. Wat mij, Daniël, betreft, mijn gedachten ontstelden mij zeer, zodat mijn gelaatskleur verschoot; en ik bewaarde deze woorden in mijn hart.

TerugTerug


Openbaring 20:11-15

En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs.

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 14 Gevallen is het grote Babylon

En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden. En ik hoorde een stem uit de hemel als de stem van vele wateren en als de stem van zware donder. En de stem, die ik hoorde, was als van citerspelers, spelende op hun citers; en zij zongen een nieuw gezang voor de troon en voor de vier dieren en de oudsten; en niemand kon het gezang leren dan de honderdvierenveertigduizend, de losgekochten van de aarde. Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden; zij zijn onberispelijk. En ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; en hij zei met luider stem: Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.
En een andere, een tweede engel, volgde, zeggende: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de hartstocht zijner hoererij al de volkeren heeft doen drinken. En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met
vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt. Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren. En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf, zalig de doden, die in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken volgen hen na. En ik zag en zie, een witte wolk, en op de wolk iemand gezeten als eens mensen zoon met een gouden kroon op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand. En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luider stem tot Hem, die op de wolk gezeten was: Zend uw sikkel uit en maai, want de ure om te maaien is gekomen, want de oogst der aarde is geheel rijp geworden. En Hij, die op de wolk gezeten was, zond zijn sikkel uit op de aarde, en de aarde werd gemaaid. En een andere engel kwam uit de tempel, die in de hemel is, ook hij met een scherpe sikkel.
En een andere engel kwam uit het altaar; deze had macht over het vuur en hij riep met luider stem tot hem, die de scherpe sikkel had, zeggende: Zend uw scherpe sikkel uit en oogst de trossen van de wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp. En de engel wierp zijn sikkel op de aarde en oogstte van de wijngaard der aarde en wierp het in de grote persbak van de gramschap Gods. En de persbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de persbak tot aan de tomen der paarden, zestienhonderd stadien ver.

Wat betekent dit ?

Wat een macht van God. Ondanks alle macht die satan gegeven is, zijn de 144.000 getuigen uit de stammen van Israël (zie Openbaring 7) bewaard gebleven in de Grote Verdrukking en heeft het beest en de satan hun niet kunnen doden. Het Lam, Jezus de Messias keert terug naar de aarde en plaatst Zich op de berg Sion (zie ook Zacharia 12:9-10 en 14:1-4).

Een engel Gods vliegt door de lucht en verkondigt het eeuwige evangelie: Vrees God en geeft God eer, aanbidt Hem Die hemel en aarde gemaakt heeft, want het uur van het oordeel is gekomen. Dit betekent zeer duidelijk dat God van de mens erkenning verlangt dat Hij God is Die hemel en aarde gemaakt heeft. Hem alleen dient de mens te vrezen en te aanbidden. Niemand uitgezonderd heeft een excuus, God laat Zich kennen door de Schepping, door de natuur. Niemand heeft een excuus dat hij of zij het evangelie van Jezus Christus niet heeft gehoord, God is te vinden in de Schepping. Zijn bestaan onderkennen, betekent Zijn Macht ontkennen, Zijn Schepping ontkennen is pure Gods lastering en die persoon dient Godsoordeel te vrezen, want die persoon heeft God niet gevreesd en God niet geëerd.

En de tweede engel kondigt de val aan van Babylon. Babylon en zijn val worden beschreven in Openbaring 18.

En de derde engel belooft met grote stelligheid, dat een ieder die het beest of het beeld aanbidt, Gods gramschap en Gods toorn zal ervaren. Die persoon zal gepijnigd worden met vuur en zwavel (in de poel des vuurs, zie Openbaring 20:11-15) voor alle eeuwigheid.

Zalig zijn zij die in de Grote Verdrukking niet toe hebben geven aan het beest en het beeld, en die bereid waren te sterven voor de Here God. Zij mogen rusten van hun pijnigingen en zij zullen beloond worden door de Here God.

En op de wolk iemand gezeten als eens mensen zoon met een gouden kroon op Zijn Hoofd. Wie kan dit anders zijn dan de Here Jezus Christus, de Messias. Ook in Daniël 7:13 wordt reeds aangegeven dat met de wolken des hemels, iemand kwam gelijk een mensenzoon. Jezus noemt Zichzelf de Zoon des mensen die Zijn engelen zal uitzenden en tot Zijn Koninkrijk zal verzamelen in Mattheüs 13:41. En in Mattheüs 25:31 zegt Jezus: Wanneer dan de Zoon des mensen komt in Zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon Zijner heerlijkheid. En Lucas schrijft in 21:27 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk met grote macht en heerlijkheid.

En een andere engel riep: Zend uw sikkel uit en maai, want de ure om te maaien is gekomen, want de oogst der aarde is geheel rijp geworden. Hier toont God de Vader dat Hij alleen de geschiedenis van de aarde in Zijn handen heeft, nu is de oogst rijp en zendt Hij Zijn Zoon naar de aarde om te oogsten. Hier wordt Mattheüs 24:36 vervuld Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.

En een engel wierp zijn sikkel op de aarde en oogstte en wierp het in de grote persbak van de gramschap Gods. En bloed kwam zestienhonderd stadiën ver. Hoe groot is Gods toorn, de mensheid wordt gestraft voor zijn zonde en zich keren tegen de Here God, het menselijk bloed vloeit, zestienhonderd stadiën ver: ongeveer 296 kilometer, de gehele lengte van Israël. Hoe vreselijk, dat de mensheid zo Gods toorn kan opwekken. God is Liefde, maar is ook Rechtvaardigheid, Hij kan de menselijk zonde NIET door de vingers zien. Deze mensen hebben bewust, willens en wetens, ondanks al Gods machts vertoon, ondanks dat God zeer duidelijk heeft laten zien dat Hij bestaat, ondanks het getuigenis van de 144.000 getuigen(die via de televisie, radio de gehele aarde konden bereiken), ondanks, ondanks  ....  deze mensen hebben zeer en wel bewust het beest, het beeld en satan aanbeden en zich tegen God gekeerd. Hun straf is de dood, de eeuwige dood in de poel des vuurs.

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 15 De gramschap Gods voleindigd

En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen, die de zeven laatste plagen hadden, want daarmede is de gramschap Gods voleindigd. En ik zag iets als een zee van glas met vuur vermengd, en de overwinnaars van het beest en van zijn beeld en van het getal van zijn naam, staande aan de glazen zee, met de citers Gods. En zij zingen het lied van Mozes, de knecht Gods, en het lied van het Lam, zeggende: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Here God, Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Gij, Koning der volkeren! Wie zou niet vrezen, Here, en uw naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en zullen voor U neervallen in aanbidding, omdat uw gerichten openbaar zijn geworden. En daarna zag ik, en de tempel van de tent der getuigenis in de hemel ging open; en de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit de tempel, bekleed met rein en blinkend linnen en de borst omgord met een gouden gordel. En een van de vier dieren gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen, vol van de gramschap van God, die leeft tot in alle eeuwigheden. En de tempel werd vervuld met rook vanwege de heerlijkheid Gods en vanwege zijn kracht; en niemand kon de tempel binnengaan, voordat de zeven plagen der zeven engelen voleindigd waren.

Wat betekent dit ?

Johannes ziet dan iets als een zee van glas met vuur vermengd. Aangezien Johannes het zelf niet goed kan thuis brengen wat hij hier ziet, is het niet aan ons om hierover te gissen. Feit is dat degenen die het beest en het beeld niet hebben aanbeden (en hun leven gelaten hebben), zij zijn de énige échte overwinnaars, zij zingen Gods lied, en zij zullen het eeuwige leven erven op de nieuwe aarde.

De tent der getuigenis is de tabernakel (zie Exodus 38:21).

We naderen het einde van de Grote Verdrukking. Eerst wordt ons nog een blik in de Hemel gegund en een aanschouwen wat er in de tempel in de Hemel gebeurt: de tempel is vol rook (wierook) vanwege de heerlijkheids Gods en de engelen dragen de zeven plagen aan die het einde van de Grote Verdrukking inluiden.

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 20:11-15

En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. Ende zee gaf de doden,die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs.

VoltaTerug

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 16 De Draak, het Beest en de valse profeet

En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tot de zeven engelen: Ga heen en giet de zeven schalen van de gramschap Gods uit op de aarde. En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde, en er kwam een boos en kwaadaardig gezwel aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden. En de tweede goot zijn schaal uit in de zee, en zij werd bloed als van een dode, en alle levende wezens, die in de zee waren, stierven. En de derde goot zijn schaal uit in de rivieren en in de waterbronnen, en het water werd bloed. En ik hoorde de engel der wateren zeggen: Rechtvaardig bent U, die bent en die waart, Gij Heilige, dat U dit oordeel hebt geveld. Omdat zij het bloed der heiligen en der profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven; zij hebben het verdiend! En ik hoorde het altaar zeggen: Ja, Here God, Almachtige, uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. En de vierde goot zijn schaal uit over de zon en haar werd gegeven de mensen te verzengen met vuur. En de mensen werden verzengd door de grote hitte en zij lasterden de naam van God, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven. En de vijfde goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn rijk werd verduisterd, en zij kauwden op hun tong van pijn, en zij lasterden de God des hemels vanwege hun pijnen en vanwege hun gezwellen, en zij bekeerden zich niet van hun werken. En de zesde goot zijn schaal uit op de grote rivier, de Eufraat, en zijn water droogde op,zodat de weg bereid werd voor de koningen, die van de opgang der zon komen. En ik zag uit de bek van de draak en uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen; want het zijn geesten van duivelen, die tekenen doen, welke uitgaan naar de koningen der gehele wereld, om hen te verzamelen tot de oorlog op de grote dag van de almachtige God. Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij, die waakt en zijn klederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele en zijn schaamte niet gezien worde. En hij verzamelde hen op de plaats, die in het Hebreeuws genoemd wordt Harmagedon. En de zevende goot zijn schaal uit in de lucht en er kwam een luide stem uit de tempel, van de troon, zeggende: Het is geschied. En er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen, en er geschiedde een grote aardbeving, zo groot als er geen geweest is, sedert een mens op de aarde was: zo hevig was deze aardbeving, zo groot.
En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden der volken stortten in. En het grote Babylon werd voor God in gedachtenis gebracht, om daaraan de beker met de wijn van de gramschap zijns toorns te geven. En alle eilanden vluchtten weg en bergen werden niet meer gevonden. En grote hagelstenen, een talent zwaar, vielen uit de hemel op de mensen, en de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag daarvan was zeer groot.

Armagedon. Duur: 3 minuten

Gevolgen kernramp Foto van gezwellen in het gezicht

Wat betekent dit ?

Openbaring 16 luidt het einde van de Grote Verdrukking in.
Hier begint het uitstorten van Gods toorn over de mensheid en kunnen we een vergelijk trekken tussen de plagen die God door Mozes over Egypte uitstortte, toen Farao de Israëlieten niet uit Egypte wilde laten vertrekken (zie Exodus 7 - 14).

De eerste engel giet zijn schaal uit over de aarde, en een boos en kwaadaardig gezwel kwam aan de mensen. Wat voor gezwel dit is, kunnen we slechts gissen, het kan van alles zijn: zweren, die als puisten uitbraken (Exodus 9:10), kanker, gezwellen tengevolge van radio-actieve straling (atoombom, kernenergie centrales) ? We kunnen heden van alles bedenken, alleen God weet het. Echter een feit is het dat het gaat gebeuren.

De tweede engel giet zijn schaal uit in de zee en het werd als bloed vanwege de dood van alle levende wezens in de zee. Wel de mensheid is nu reeds aardig op weg het leven in de zeeën en oceanen te vernietigen. Zodat we niet verbaasd hoeven te zijn dat een Almachtig God in staat is het leven in de zee te doden en het bloed van deze wezen de zee rood te doen kleuren. Wat dacht u van een kern explosie of een zeer grote aardbeving in de oceaan. We weten dat er een grote breuklijn loopt in de oceaan, die een grote aardbeving teweeg kan brengen. Hoe het ook zij, God is almachtig, Hij bestuurt hemel en aarde en de natuur. Hij heeft de macht op wat voor manier dan ook, om de levende wezens in de zee te doden en de zee met bloed te kleuren.

De derde engel giet zijn schaal uit in de rivieren en waterbronnen en het water werd bloed. Hier kunnen we weer kijken naar Mozes, die in opdracht van God zijn staf op het water sloeg en alle vis in de Nijl stierf en de Nijl in bloed veranderd werd, zodat de Nijl stonk, en het water niet meer te drinken was. Hier worden wereldwijd de rivieren en waterbronnen in bloed veranderd. Wat een stank over de gehele aarde, de levende wezen in de oceanen, zeeën, rivieren en waterbronnen allemaal dood. Behalve stank en geen drinkwater, ook een vermindering van voedsel.
De stank heeft menigeen ervaren, denk maar eens aan rottend vis op een zeer warme zomerdag, of vanwege botulisme.
In deze Grote Verdrukking moet dit toch wel een nachtmerrie zijn voor de mensen die dan op aarde leven: stank, stank en nog eens stank en vreselijke dorst wat er is geen drinkwater. Zeer beslist geen pretje. Hier toont God duidelijk dat er maar Eén is Die alle macht heeft. Niet de mens, maar God alléén. God alleen is Almachtig. Hij regeert de aarde, niet de mens en ook satan niet. Hij is de Schepper, Hij heeft al het leven, vissen, vogels, dieren, vee en de mens geschapen. Zij behoren Hem toe. En de mens met zijn/haar gegeven intelligentie, dient God hiervoor ook alle eer te geven en de Here God te aanbidden. Weigert de mens, dan zijn de consequenties ook voor zijn/haar eigen rekening.

Waarom is God rechtvaardig ? Omdat God de mensheid afdoende heeft gewaarschuwd! Echter de mensen hebben Gods waarschuwingen middels Zijn profeten, predikanten en Zijn Woord, de Bijbel, niet ter harte genomen. Ja, erger nog, de mensen hebben Zijn profeten en predikanten vermoord. Nu straft God. Zoals ook de mens een moordenaar straft, zo straft God de mensheid voor de moord op Zijn profeten en hen, die God's Woord verkondigden. Gods oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.

De vierde engel giet zijn schaal over de zon om de mensen te verzengen met vuur. Onmogelijk en wonderlijk? Hebben we niet reeds eerder gelezen, dat naarmate de eindtijd nadert, ook de kennis toeneemt. Hoe veel moeite moeten de milieu groepen niet doen om de verwoesting door de mensheid (de op rijkdom beluste mensen en industriëlen) van de ozonlaag te voorkomen. Geen ozonlaag, dan is het gevolg een verzengende hitte van de zon op aarde.
Ondanks deze waarschuwing van God aan de mensheid, bekeert de mensheid niet. Net zoals in Egypte, ook de Egyptenaren en de Farao weigerden zich te bekeren. Wat een domheid. Maar hoe is het persoonlijk met u gesteld, heeft u zich al tot God bekeert en de Here Jezus Christus als uw persoonlijke Verlosser van uw zonde aangenomen ? Of wacht u nog en blijft u uw beslissing uitstellen, totdat het te laat is en God uw hart verhard, vanwege het feit dat u ondanks alle kennis en geduld van God, u bleef uitstellen en weigerde vóór God Genade en Liefde te kiezen?

De vijfde engel giet zijn schaal uit over het beest. Hier wordt satan, het beest en de zijnen gestraft. Desondanks blijven zij de mensheid tegen God opzetten.

De zesde engel giet zijn schaal uit op de Eufraat. Hier bereidt en maakt de Here God de weg vrij voor de volkeren (Jesaja 11:15-16) om Israël aan te vallen. Voor de koningen die vanuit het oosten komen. Ten oosten van Israël liggen de volgende staten: Syrië, Jordanië, Irak en Iran. We weten allemaal wat momenteel Irak voor een gevaar vormt. Anno 1998 houdt God het gevaar tegen, want het getal der gelovigen is nog niet compleet. Nog krijgt de mensheid de gelegenheid zich tot Jezus Christus te bekeren en aan te nemen als zijn/haar persoonlijke Verlosser.
De draak (satan) en het beest beginnen nu de volken der aarde te verzamelen om God te verslaan en een einde trachten te maken aan Gods kwellingen en aan Gods Almacht. En de volken worden verzameld te Harmagedon. Harmagedon (Hebreeuws) betekent de berg van Megiddo. Hier ontstaat een probleem, omdat Megiddo is niet een berg (of is hier in de eindtijd een berg ontstaan, God weet het) maar een vlakte is tussen De zee van Galilea en de Middellandse Zee. In het verleden, werden hier reeds grote veldslagen geleverd (Richteren 5:19, 2 Koningen 23:29, 2 Kronieken 35:22. In elk geval, hier zal de eindstrijd tussen God en de mensheid tezamen met satan plaats vinden. Hier zal Jezus Christus als een dief in de nacht komen om Zijn volk Israël bij te staan en te bevrijden van de vijandige mens en satan.

En de zevende engel giet zijn schaal uit in de lucht en een luide stem uit de (hemelse) tempel, van de troon (van Jezus Christus in de Hemel) zegt: Het is geschied. Wat is geschied? Geschied is dat duidelijk is geworden dat:

Dan volgt een grote aardbeving (bekend is heden de grote aardscheur die hier loopt), zó groot dat de grote stad Babylon in drie stukken uiteen valt (Ofschoon gewoonlijk met de grote stad Jeruzalem wordt bedoeld, blijkt uit de context hier, dat met de grote stad Babylon wordt bedoeld).
Maar tegenwoordig bestaat Babylon niet meer. Dat is juist. Ik denk dat we twee betekenissen aan Babylon kunnen geven:

  1. Babylon symbolisch genomen als representatie van de mensen, die tegen God zijn en voor rijkdom en macht
  2. Babylon als een stad, die nog komen gaat en gebouwd wordt in de eindtijd (Teheran of Dubai?)

En alle eilanden vluchten weg en bergen werden niet gevonden (zagen we reeds in Openbaring 6:14). En grote hagel, een talent zwaar (een talent is waarschijnlijk ongeveer 50 kilogram) viel uit de hemel op de mensen. Heden ten dage zien we dat de hagelstenen die op de aarde neervallen steeds groter worden. Ik dacht dat de grootste hagelsteen tot nu toe iets van 10 kilogram woog.
God is Almachtig, Hij beheerst de natuur. Laten we als mens dat niet vergeten. Nu is de tijd om Gods Liefde en Gods Genade in de Here Jezus Christus voor de vergeving van onze zonde te aanvaarden. Straks is de eindtijd, de tijd van Gods gramschap en Gods grote toorn. Laten we dankbaar zijn dat God ons deze eindtijd heeft geopenbaard en ons mensen waarschuwt voor deze verschrikkelijk tijd. Laten we God dankbaar zijn, dat Hij ons nog de tijd geeft om een keuze te maken. Maar we lezen ook dat de Here komt als een dief in de nacht (Openbaring 16:15, Mattheüs 24:43-44, 1 Thess. 5:2).
Daarom stel je keuze niet langer uit, want niemand weet de ure, niet Jezus Christus, alleen God de Vader (Mattheüs 24:36).
Daarom stel je beslissing niet uit als je nog vervreemdt van God leeft, en maak je keuze vóór de Here Jezus Christus, vóórdat het té laat is !!!

Terug naar topTerug naar boven


Jesaja 11:15-16

Dan zal de Here de zeeboezem van Egypte met de ban slaan en Hij zal Zijn hand tegen de Rivier (Eufraat) bewegen met de gloed van Zijn adem, en Hij zal haar tot zeven beken uiteenslaan en maken, dat men geschoeid daardoor kan gaan.Dan zal er een heerbaan zijn voor de rest van Zijn volk, die in Assur overblijven zal, zoals er voor Israël geweest is ten dage, toen het optrok uit het land Egypte.

TerugTerug


Romeinen 11:25-28

Want, broeders, opdat u niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik (Paulus) u niet onkundig laten van dit geheimenis; een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat, en aldus zal gans Israël behouden worden, gelijk geschreven staat:
  De Verlosser zal uit Sion komen
  Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden
  En dit is Mijn verbond met hen
  wanneer Ik hun zonden wegneem.
Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil, naar de verkiezing zijn zij geliefden om der vaderen wil.

TerugTerug

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 17 Het lot van Babylon

En een van de zeven engelen, die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij, zeggende: Kom hier, ik zal u tonen het oordeel over de grote hoer, die zit aan vele wateren, met wie de koningen der aarde gehoereerd hebben, en zij, die op de aarde wonen, zijn dronken geworden van de wijn harer hoererij. En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens. En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verbaasde mij, toen ik haar zag, met grote verbazing. En de engel zei tot mij: Waarom verbaast gij u? Ik zal u het geheimenis van de vrouw zeggen en van het beest met de zeven koppen en tien horens, dat haar draagt. Het beest, dat u zag, was en is niet, en het zal opkomen uit de afgrond en het vaart ten verderve; en zij, die op de aarde wonen, wier naam niet geschreven is in het boek des levens van de grondlegging der wereld af, zullen zich verbazen, als zij zien, dat het beest was en niet is en er toch zal zijn.Hier is het verstand, dat wijsheid heeft: De zeven koppen zijn zeven bergen waarop de vrouw gezeten is. Ook zijn het zeven koningen: vijf ervan zijn gevallen, een is er nog en de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij korte tijd blijven. En het beest, dat was en niet is, is zelf ook de achtste, maar het is uit de zeven en het vaart ten verderve. En de tien horens, die u zag, zijn tien koningen, die nog geen koningschap hebben ontvangen, maar een uur ontvangen zij macht als koningen met het beest. Dezen zijn een van zin en geven hun kracht en macht aan het beest. Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen (want Hij is de Here der heren en de Koning der koningen) en zij, die met Hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen. En hij zei tot mij: De wateren, die u zag waarop de hoer gezeten is, zijn natiën en menigten en volken en talen. En de tien horens, die u zag, en het beest, dezen zullen de hoer haten, en zij zullen haar berooid maken en naakt, haar vlees eten en haar met vuur verbranden. Want God heeft in hun hart gegeven zijn zin te volbrengen en dit eensgezind te doen en hun koningschap aan het beest te geven, totdat de woorden Gods zullen voleindigd zijn. En de vrouw, die u zag, is de grote stad, die het koningschap heeft over de koningen der aarde.

Imagem da besta

Wat betekent dit ?

Voor meer informatie over het lot van Babylon, zie Jeremia 50 en 51.

Het scharlakenrood (rossig) beest met de zeven koppen en tien horens waren we reeds tegen gekomen in Openbaring 12.

En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde.
We hebben reeds gezien dat degenen die satan toebehoorde het getal 666 in hun rechterhand of hun voorhoofd hadden gekregen en de getuigen van God waren ook op hun voorhoofd verzegeld met Gods zegel. Hier zien we een vrouw met een naam Babylon op haar voorhoofd.
Babylon wordt hier nader verklaart: het staat voor de moeder van hoeren (waaraan we de betekenis dienen toe te kennen wat alles wat tegen Gods Wil ingaat: de werken van het vlees (Galaten 5:19-21)) en van de gruwelen der aarde (het vermoorden van Gods getuigen en het afwijzen van Gods Liefde, zonde en hang aan het aardse). Zij is dronken van het vermoorden van de mensen die voor God hebben gekozen en het vermoorden van Jezus' getuigen.

En de engel zei: Waarom verbaast gij u? Ik zal u het geheimenis zeggen. Ondanks dat het nader uitgelegd wordt, is het voor de theologen nog steeds een grote puzzel. De meningen zijn zeer verdeeld wat bedoeld wordt met de zeven koninkrijken, vijf ervan zijn gevallen, een is er nog en de andere is nog niet gekomen. Ook Daniël 7, welke ook spreekt over de koninkrijken, schept geen duidelijkheid.
Als gelovigen is het ook niet zo van belang. Degenen die in de Grote Verdrukking dit lezen, zullen ongetwijfeld de betekenis van dit hoofdstuk begrepen. Dan zal duidelijk worden wat en wie met deze koninkrijken worden bedoeld.
Duidelijk is dat God Almachtig is en Hij Zijn plan volbrengt: Want God heeft in hun hart gegeven Zijn zin te volbrengen en ....

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 18 Babylon zal nooit meer gevonden worden

Hierna zag ik een andere engel, die grote macht had, neerdalen uit de hemel, en de aarde werd door zijn lichtglans verlicht. En hij riep met sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte, omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid. En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn volk, opdat u geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen. Want haar zonden hebben zich opgehoopt tot aan de hemel en God heeft aan haar ongerechtigheid gedacht. Vergeldt haar, gelijk ook zij vergolden heeft, en geeft haar dubbel naar haar werken; mengt haar het dubbele in de beker, die zij gemengd heeft; geeft haar zoveel pijniging en rouw, als zij heerlijkheid en weelde genoten heeft. Want zij zegt in haar hart: Ik troon als koningin, ik ben geen weduwe en geen rouw zal ik zien. Daarom zullen haar plagen op een dag komen: dood en rouw en hongersnood, en zij zal met vuur verbrand worden; want sterk is de Here God, die haar geoordeeld heeft. En de koningen der aarde, die met haar gehoereerd hebben en weelderig geweest zijn, zullen over haar wenen en weeklagen, wanneer zij de rook van haar verbranding zien, van verre staande uit vrees voor haar pijniging, zeggende: Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in een uur is uw oordeel gekomen. En de kooplieden der aarde wenen en bedrijven rouw over haar, omdat niemand meer hun lading koopt, lading van goud, zilver, edelgesteente en paarlen, van fijn linnen, purper, zijde en wierook, wijn, olie, bloem en tarwe, lastdieren, scharlaken; allerlei welriekend hout, allerlei snijwerk van ivoor en allerlei voorwerpen van het kostbaarste hout, van koper, ijzer en marmer,kaneel, specerij, reukwerk, mirre, schapen; lading van paarden en wagens van lichamen; en zielen van mensen. En het ooft, waarnaar uw ziel begerig was, is van u weggegaan en al wat kostelijk en schitterend was, is voor u verloren en het zal nooit meer gevonden worden. De kooplieden in deze dingen, die aan haar rijk geworden waren, zullen van verre staan uit vrees voor haar pijniging, wenend en rouw bedrijvend, en zeggende: Wee, wee, die grote stad, die gehuld was in fijn linnen, purper en scharlaken, en rijk versierd was met goud en edelgesteente en paarlen, want in een uur is al die zo grote rijkdom verwoest! En iedere stuurman en iedere kustvaarder en de zeelieden en allen, die de zee bevaren, bleven van verre staan, en riepen, toen zij de rook van haar verbranding zagen, zeggende: Welke stad was aan deze grote stad gelijk! En zij wierpen stof op hun hoofden en riepen, wenend en rouw bedrijvend, zeggende: Wee, wee die grote stad, waarin allen, die schepen op zee hadden, door haar kostbaarheden rijk geworden zijn, want zij is in een uur verwoest! Wees vrolijk over haar, gij hemel en gij heiligen, en gij apostelen en profeten, want God heeft uw rechtszaak tegen haar berecht. En een sterke engel nam een steen op als een grote molensteen en wierp hem in de zee, zeggende: Zo zal Babylon met geweld geworpen worden, de grote stad, en zij zal nooit meer gevonden worden. En geen stem van citerspelers en zangers, van fluitspelers of bazuinblazers zal meer in u gehoord worden, en niemand, die enige kunst beoefent, zal meer in u gevonden worden, en geen geluid van de molen zal meer in u gehoord worden. En geen lamplicht zal meer in u schijnen, en geen stem van bruidegom en bruid zal meer in u gehoord worden, want uw kooplieden waren de machthebbers der aarde, want door uw toverij werden alle volken verleid; en in haar werd gevonden het bloed van profeten en heiligen en van allen, die geslacht zijn op de aarde.

Wat betekent dit ?

Openbaring 18 toont Gods laatste oordeel over Babylon, de mensheid die zegt ik heb God niet nodig, ik ben rijk en machtig. In één klap, maakt God een einde aan deze rijkdom en macht. En de wereld kijkt verbaasd toe. En de wereld jammert, want ook zij zijn hun bron van inkomsten en handel kwijt. De wereld bouwde op aardse genot, macht en rijkdom. Hoe vergankelijk is toch het aardse ! Alleen want de mens bij God bouwt, dat is onvergankelijk (1 Cor. 3:11-15).
Babylon wordt voor eens en eeuwig, voor alle eeuwigheid totaal verwoest. En met Babylon, alles waar Babylon voor staat, de mens met zijn zondige natuur, tegen God, satan, het beest, de gevallen engelen en de eigen menselijke wil, het menselijk bouwen van rijkdom en macht. Dit alles wordt vernietigd, want slechts één HEEFT de macht, namelijk de Here God Almachtige, Schepper van Hemel en Aarde.

Terug naar topTerug naar boven


Openbaring 19 Satan geworpen in de poel des vuurs

Hierna hoorde ik als een luide stem ener grote schare in de hemel zeggen: Halleluja! Het heil en de heerlijkheid en de macht zijn van onze God, want waarachtig en rechtvaardig zijn Zijn oordelen, want Hij heeft de grote hoer geoordeeld, die de aarde met haar hoererij verdierf, en Hij heeft het bloed zijner knechten van haar hand geëist. En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheden. En de vierentwintig oudsten en de vier dieren wierpen zich neder en aanbaden God, die op de troon gezeten is, en zij zeiden: Amen, halleluja! En een stem ging uit van de troon, zeggende: Looft onze God, al zijn knechten, die Hem vreest, gij kleinen en gij groten! En ik hoorde als een stem van een grote schare en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, zeggende: Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard. Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen. En hij zei tot mij: Schrijf, zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des Lams. En hij zei tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God. En ik wierp mij neder voor zijn voeten om hem te aanbidden, maar hij zei tot mij: Doe dit niet! Ik ben een mededienstknecht van u en uw broederen, die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God! Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie. En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij veltvonnis en voert oorlog in gerechtigheid. En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die iemand weet dan Hijzelf. En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren. En ik zag een engel staan op de zon en hij riep met luider stem en zei tot alle vogels, die in het midden des hemels vlogen: Komt, verzamelt u tot de grote maaltijd Gods, om te eten het vlees van koningen en het vlees van oversten over duizend en het vlees van sterken en het vlees van paarden en van hen, die daarop zitten, en het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten. En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun legerscharen verzameld om de oorlog te voeren tegen Hem, die op het paard zat, en tegen zijn leger. En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die de tekenen voor zijn ogen gedaan had, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden; levend werden zij beiden geworpen in de poel des vuurs, die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard, dat kwam uit de mond van Hem, die op het paard zat; en al de vogels werden verzadigd van hun vlees.

Wat betekent dit ?

De 24 oudsten en 4 dieren kwamen we in het begin tegen, in Openbaring 4. Opnieuw zingen zij God alle lof en eer toe. God heeft overwonnen, het einde van de Grote Verdrukking is nabij, Babylon is vernietigd en aan het einde van dit hoofdstuk, wordt ook het beest, satan en zijn engelen verslagen.

Nu is het feest van de bruiloft aangebroken, de bruiloft van het Lam (zie ook Mattheüs 22:1-14; 25:1-13).

In vers 10, werpt Johannes zich voor de voeten van de engel, die hem begeleidt in dit visioen (trans). Waarop de engel direct reageert met: Doe dit niet! De mens en gelovigen mogen engelen NIET aanbidden, noch voor engelen neerknielen. De mens en de gelovigen mogen ALLEEN God de Vader en De Here Jezus Christus aanbidden en voor God neerknielen, en voor niemand anders, geen mens en geen engel, noch heilige!
De engel verklaart zich nader: Ik ben een mededienstknecht van u en uw broederen, die het getuigenis van Jezus hebben; aanbid God. De engel zegt in duidelijke bewoording, ik ben een dienstknecht, de Here God geeft mij opdrachten, die ik doe. De engel identificeert zich nader, namelijk hij is een engel van God (die het getuigenis van Jezus hebben), niet een engel die tot satan behoort. En de engel geeft een instructie: Aanbid God! Hier zien we ook de nederigheid van de engel, engelen die in Gods nabijheid mogen verkeren en voor Gods aangezicht mogen verschijnen. Hoeveel te meer dienen wij zondige mensen dan eerbied te hebben voor God en voor God neer te knielen in gebed en God te aanbidden.

En Johannes zag de Hemel geopend en Johannes zag de Here Jezus Christus, Zijn Naam is genoemd: het Woord Gods, bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was. De Here Jezus Christus, was gekruisigd aan het Kruis van Golgotha, Zijn handen waren doorboord met nagels en Zijn zijde was geprikt met een spies. Hij heeft Zijn bloed gegeven voor de zondaar.
Wie anders dan Jezus Christus wordt genoemd: Koning der koningen, en Here der Heren.

Tenslotte volgt het slot, het einde van de Grote Verdrukking. Hier vervolgen we Openbaring 16:15 de slag van Harmagedon: het beest en alle volken der aarde  trekken op om oorlog te voeren tegen de Here Jezus Christus. En de Here Jezus Christus overwint hen allen en iedereen werd gegrepen: het beest, de valse profeet, en allen die het merkteken 666 van het beest hadden aangenomen, zij allen worden voor alle eeuwigheid in de poel des vuurs geworpen, die van zwavel brandt.

Wat een afschuwelijk einde voor de mens die de verkeerde keuze hebben gemaakt. Zij dachten dat het beest (satan) de macht had, zij volgden de valse profeet, zij kozen tegen God, zij kozen voor genot, macht en rijkdom. Zij kozen tegen Gods Genade en tegen Gods Liefde geopenbaard in Jezus Christus. Nu is hun lot de poel des vuurs, waar zij eeuwig zullen vertoeven. Hun lot is niet het aanzitten aan de bruiloft van het Lam, hun lot is niet het eeuwige leven tezamen met God.

Wat is jouw keuze. Heb je die (nu eindelijk) gemaakt ? Heeft Openbaringen jouw ogen geopend ? Of zeg je een leuke horror, maar het is een mythe. Geloof je nog steeds niet dat iets wat 2000 jaar geleden is geopenbaard aan Johannes door God aan de mens, en wij in deze 21e eeuw het meer en meer kunnen verklaren, dat dit echt Gods Woord dient te zijn. En aangezien het Gods Woord is, kun je er voor 1000% zeker van zijn, dat wat geschreven staat ook ECHT ZAL GEBEUREN.
Bekeer je voordat het echt te laat is, dat kan ik niet genoeg benadrukken. Erken je zonde en aanvaardt Jezus Christus als jouw Verlosser en Heer.
Kniel neer op je knieën en bidt tot God, erken dat je een zondaar bent, vraag om vergeving van je zonde, zeg eerlijk dat je het allemaal niet zo goed begrijpt en vraag aan God om het je duidelijk te maken. Verzet je tegen satan en de zijnen, die niet willen dat je de Here Jezus Christus gaat toebehoren. Maar wees sterk, geef satan en de zijnen geen kans, bepaal je eigen levenslot en kies vóór God en tegen satan. Laat deze afgrijselijk Grote Verdrukking niet over je heen komen, maar ga behoren die maar aanzitten aan de bruiloft van het Lam en mag genieten van het eeuwige leven bij God.

Heb je vragen, dan mag je die stellen met behulp van de sectie Vragen? of via onze email.
Of bezoek een predikant die jouw vragen kan beantwoorden, bezoek een bijbelstudie. Ga niet alleen staan, maar zoek contact met echte christenen, die wedergeboren zijn door hun persoonlijke keuze voor de Here Jezus Christus en Hem hebben aangenomen als hun persoonlijke Verlosser. God zegene je!

Terug naar topTerug naar boven


Galaten 5:19-21

Het is duidelijk, wat de WERKEN VAN HET VLEES zijn:

TerugTerug


1 Corinthiërs 3:11-15

Want een ieder zie toe, dat hij op het fundament bouwt. Want een ander fundament, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat Hij met vuur verschijnt, enhoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop heeft gebouwd, standhoudt dan zal hij loon ontvangen. Maar als iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hijzelf wordt gered als door het vuur heen.

Terug naar topTerug naar boven